De Vlaamse woonzorgcentra blijven voorlopig dicht. Dat meldt Vlaams minister van Welzijn Wouter Beker (CD&V). Hij legt daarmee de versoepeling die de Nationale Veiligheidsraad gisteren voorstelde naast zich neer. Van de raad mogen woonzorgcentra opnieuw beperkt bezoek ontvangen. Het gaat per bewoner om één vaste persoon. Maar de nieuwe maatregel deed al snel heel wat wenkbrauwen fronsen.
Voorlopig geen bezoek in Vlaamse woonzorgcentra
Enkele uren na de Nationale Veiligheidsraad uitte Beke al zijn twijfels rond de versoepeling. Vandaag zat hij rond de tafel met de sector. "Woonzorgcentra blijven in lockdown tot ze klaar zijn voor veilig bezoek. Dat is vandaag nog niet het geval. Uit respect en voor de veiligheid van het personeel en bewoners nemen we geen risico. Er komt overleg om te kijken hoe en wanneer bezoek wel opnieuw kan", aldus minister Beke.
Ook vanuit de sector zelf stootte de versoepeling op onbegrip. Koepelorganisatie Zorgnet-Icuro vond de beslissing 'totaal onverantwoord’ en voelde zich geschoffeerd omdat de beslissing volgens hen niet in samenspraak met de zorginstellingen was genomen. Ook virologen dringen aan op meer overleg. Rusthuisuitbater Armonea kondigde vanochtend al aan dat het de deuren van zijn woonzorgcentra in onder meer Gooik en Vilvoorde voorlopig niet opent.
Heel wat andere rusthuizen volgden dat voorbeeld. Woonzorgcentrum Sint-Augustinus in Halle laat geen bezoek toe. In de Zennestad blijven ook woonzorgcentrum Zonnig Huis en de assistentiewoningen Ten Hove en Van Koekenbeek gesloten voor bezoekers. Woonzorgcentra Onze-Lieve-Vrouw in Wezembeek-Oppem, Den Bogaet in Humbeek en Onze-Lieve-Vrouw in Roosdaal laten eveneens geen bezoek toe.
Eerste minister Sophie Wilmès (MR) verdedigde in De Ochtend op Radio 1 de beslissing van de Nationale Veiligheidsraad. “De situatie in de woonzorgcentra is onmenselijk. Er moest iets gebeuren. Ik begrijp de bezorgdheid vanuit de sector, maar de eenzaamheid weegt zwaar door voor de oudere mensen. Het gaat bovendien om een mogelijkheid, maar is zeker geen verplichting voor de woonzorgcentra.”