shishabar.jpg

Waterpijpbar uit Zaventem en eigenaar veroordeeld voor inbreuken rookwetgeving

don 30 apr 2020

De eigenaar van een waterpijpbar in Sint-Stevens-Woluwe is door de correctionele rechtbank van Brussel veroordeeld tot inbreuken op de rookwetgeving. Ook zijn zaak werd veroordeeld. Het is al de tweede zogenaamde shishabar die na vervolging door het parket van Halle-Vilvoorde een veroordeling oploopt.

De politiediensten voerden in de periode december 2016 – juli 2019 verscherpte controles uit in waterpijpbars, samen met de inspectiediensten van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu. Het parket van Halle-Vilvoorde bracht in het totaal vier van die zaken en hun uitbaters voor de rechtbank, omdat er telkens sprake zou zijn geweest van een resem inbreuken op de rookwetgeving. Begin maart werden ‘Bar Eden’ uit Diegem en de uitbater er van al veroordeeld tot boetes van 80.000 euro, waarvan de helft met uitstel, omdat er volgens de rechtbank sprake was van inbreuken op het rookverbod.

Geen gezondheidswaarschuwing
Het parket van Halle-Vilvoorde vervolgde ook een tweede waterpijpbar, Le GQ uit Sint-Stevens-Woluwe. De zaak was ondergebracht op de gelijkvloerse verdieping van een appartementsgebouw, waar voorheen een superette was gevestigd. Volgens het parket van Halle-Vilvoorde beschikte de uitbater van de waterpijpbar niet over de nodige stedenbouwkundige vergunning om de functie van het pand te wijzigen naar een horecazaak. Daarnaast werden de uitbater en de zaak, die inmiddels failliet werd verklaard nadat ze de deuren moest sluiten, ook vervolgd voor inbreuken op de rookwetgeving. Zo was de rookkamer ingericht als een doorgangsruimte naar het terras en schond de uitbater de waarschuwingsplicht bij de verkoop van tabaksproducten. De uitbater kocht de tabak voor de waterpijpbar aan in grote hoeveelheden, maar verpakte die opnieuw in kleinere porties om te verkopen, zonder een gezondheidswaarschuwing aan te brengen op de kleinere pakjes.

De bvba achter de waterpijpbar werd veroordeeld tot een boete van 8.000 met uitstel voor de inbreuken op de rookwetgeving. De uitbater kreeg dezelfde boete opgelegd, maar met een gedeeltelijk uitstel. Voor de stedenbouwkundige inbreuken sprak de rechtbank een gedeeltelijke vrijspraak uit.