OKAN, het onthaalonderwijs voor anderstalige kinderen, moet niet-Nederlandse of niet-Belgische kinderen klaarstomen voor een nieuw leven in het Nederlands. Roxana kwam vier jaar geleden toe in België en sprak geen woord Nederlands, maar door OKAN beheerst ze de taal nu al veel beter. Wat gebeurt er met die leerlingen na hun OKAN-traject? Hoe doen ze het? En hoe worden ze begeleid? Wij gingen eens polsen naar de ervaringen van Roxana op haar gloednieuwe stageplek.
Van OKAN-klas naar stage op het stadhuis, Roxana legt lange weg af: "In het begin sprak ik enkel via Google Translate"
Toen ze 15 was kwam Roxana vanuit Roemenië naar België. Ze sprak geen woord Nederlands, maar daar kwam al snel verandering in toen ze begon aan het onthaalonderwijs voor anderstalige kinderen, dat haar een stevige basis Nederlands moest geven."In het begin sprak ik via Google Translate, maar de leerkrachten hebben mij veel geholpen. Naast heel veel Nederlands kregen we ook wiskunde, godsdienst en Frans."
Haar inzet loont want Roxana zit in haar zesde jaar Office & Customer Service. Haar stageplek op het stadhuis van Vilvoorde is dan ook dé ideale plek om haar Nederlands naar een nog hoger niveau te tillen. "Ik vind het tot nu toe super leuk en interessant. Ik moet veel communiceren met klanten op mijn stageplaats. Ik moet altijd praten met iemand, dat helpt mij om mijn Nederlands nog meer te verbeteren."
OKAN'ers als Roxana staan er ook na het onthaalonderwijs niet alleen voor. Een vervolgschoolcoach maakt hen wegwijs in de verschillende opties. We gaan in gesprek met de leerlingen om na te gaan waar nog pijnpunten zijn", zegt coach Hanne Lauwens. "We gaan ook in dialoog met de andere leerkrachten. Het is eigenlijk een trialoog: leerling, leerkracht en vervolgschoolcoach."