Brouwerij Boon in Lembeek blaast de hopsoort Coigneau nieuw leven in. ‘De Coigneau’ was ooit het paradepaardje van de hopteelt tussen Affligem en Aalst en werd massaal geteeld in de 18de en 19de eeuw. Na de Eerste Wereldoorlog moest de hop uit Teralfene plaatsmaken voor andere soorten. Tot nu.
Brouwerij Boon blaast hopsoort Coigneau nieuw leven in: “Het paradepaardje van de hopteelt tussen Affligem en Aalst”
Franciscus Coigneau ontdekt in de 18de eeuw een nieuwe hopsoort. Hij geeft er zijn naam aan, de Coigneau is geboren. Het is een stukje familiegeschiedenis dat Geert Van den Cruyce maar wat graag vertelt. Hij is een telg van de zesde generaties Coigneaus.
"Eén van de kinderen van Frans Coigneau vond aan de waterput rond het jaar 1780 een klein hopplantje. Het was rijk aan bellen en Frans zag dat het beloftevol was", vertelt Geert.
Ook de andere hopboeren uit de streek merkten het potentieel op. De Coigneau groeit uit tot het paradepaardje van de hopteelt in Teralfene en omstreken, ook omdat de hopsoort ziektebestendig is.
“Een tiental jaar geleden is het Lyceum van Aalst de oude hopsoorten terug gaan opsnorren in het buitenland, o.a. in Slovenië en in de UK. Dan zijn ze dat beginnen aanplanten in Aalst en dan zijn een aantal hopboeren daarop gesprongen. Nu zijn we zo ver dat er terug kan gebrouwd worden met de hop Coigneau", legt Van den Cruyce uit.
Ook bij Brouwerij Boon brouwen ze maar al te graag met de hopsoort. Een beperkte oplage van 3.400 flessen Oude Geuze Coigneau werd ermee gemaakt.
"Coigneau-hop is gekend voor de zeer elegante, subtiele smaak. Dus niet extreem. De Oude Geuze Coigneau heeft daardoor wel iets meer die hop-toets, maar dat is heel elegant, een beetje kruidiger, fruitiger met een beetje bitterheid”, aldus Karel Boon.