treinramp_buizingen_2.jpg

Infrabel in beroep tegen vonnis treinramp Buizingen

vrij 20 dec 2019

Infrabel gaat in hoger beroep tegen het vonnis over de treinramp in Buizingen. De infrastructuurbeheerder doet dat naar eigen zeggen om de toekomst van het spoornet en de dienstverlening voor de reizigers te verzekeren.

“Alle betrokkenen verlangen er terecht naar om de pijnlijke bladzijde om te slaan, maar Infrabel ziet geen andere mogelijkheid dan in hoger beroep te gaan tegen het vonnis Buizingen van 3 december 2019.” Zo start Infrabel het persbericht. Het beroep moet gezien worden in het verlengde van twee zaken.


1. Kruisende treinen
In haar vonnis verklaarde de rechtbank dat "de beslissing om de treinen te kruisen rampzalig bleek: doel van deze beslissing was de vertraging van 10 minuten van trein E1707 in te halen.” De “keuze om de doorstroming boven de veiligheid te stellen is onaanvaardbaar.” “Aangezien INFRABEL de beslissing om de treinen te kruisen, had aanvaard, had het de betreffende wissels in beschermingsstand moeten plaatsen om te anticiperen op een mogelijke menselijke fout.”


Indien we zouden berusten in het vonnis, zou dit betekenen dat we de wissels op 80% van ons spoornet in beschermingsstand moeten plaatsen. Om dit overal toe te passen, zouden we het spoornet volledig moeten hertekenen en het treinverkeer helemaal herorganiseren, met alle gevolgen van dien voor de spoorklanten en de mobiliteit in België.


Zo heeft Infrabel de gevolgen van het vonnis voor de infrastructuur in twee spoorroosters ingeschat. In het spoorrooster van Halle zouden de nodige spoorbruggen gebouwd moeten worden. Deze werken zouden minstens 10 jaar duren, en gedurende al die tijd zouden we, om het vonnis te kunnen naleven, het treinverkeer in het spoorrooster met ongeveer 60% moeten verminderen.


Voor het spoorrooster in Brussel zou de capaciteit met ongeveer 65% afnemen. Een trein op drie die vandaag over het Belgische net rijdt, moet door dat spoorrooster: dit betekent dat het hele treinverkeer in ons land anders georganiseerd zou moeten worden. Volgende treinen zouden niet meer vanuit Brussel kunnen rijden: de hogesnelheidstreinen, Thalys, Eurostar, de piekuurtreinen en treinen naar Dendermonde, Bergen, Doornik en Namen. Hierdoor zouden er dagelijks slechts 400 treinen door de Noord-Zuidverbinding kunnen rijden, in plaats van 1.200 vandaag. Als Infrabel geen hoger beroep zou aantekenen, zouden deze gevolgen vanaf 2 januari om 16.00u van toepassing worden.

2. Foutieve informatie over de bevoegdheden van Infrabel en het TBL1+-systeem
De rechtbank stelt ook dat “het TBL1+ -baken vlakbij het sein HE.1 geen automatische remming mogelijk maakte maar wel GSM-radiocontact met de bestuurder. “De (NMBS) heeft getalmd om TBL1+ in al haar rollend materieel te installeren en (Infrabel) heeft de NMBS hier nooit op aangesproken om ervoor te zorgen dat het TBL1+-systeem op de sporen effect zou hebben”. Deze bewering klopt niet: het TBL1+ -baken maakte het wel degelijk mogelijk de trein met een noodstop tot stilstand te brengen. Dit is net de functie van dergelijke bakens in het spoor. Bovendien laat de rechtbank in haar redenering doorschemeren dat Infrabel bevoegd zou zijn om de uitrusting van elke trein op het spoornet te controleren, maar Infrabel heeft die bevoegdheid niet.

Infrabel benadrukt nog dat de beroepsprocedure geen enkel gevolg heeft voor de schadevergoedingen van de slachtoffers.