10 kinderdagverblijven in de Rand zetten hun activiteiten stop omdat ze niet voldoen aan de taalvereisten. Eind november 2014 stonden er nog 24 kinderdagverblijven op de lijst. 3 hebben zich intussen in orde gesteld, 10 zijn vrijwillig gestopt of gaan dat binnenkort doen en 11 zijn nog steeds niet in orde. Dat blijkt uit het antwoord van Vlaams minister Jo Vandeurzen op een schriftelijke vraag van Lies Jans (N-VA).
10 kinderdagverblijven zetten activiteiten stop omdat ze niet voldoen aan taalvereisten
Het nieuwe kinderopvangdecreet uit 2012 stipuleert dat zowel de verantwoordelijke van een kinderdagverblijf het Nederlands machtig moet zijn als minstens één verzorgend personeelslid. De Vlaamse overheid nam deze maatregelen opdat deze diensten de richtlijnen van Kind en Gezin goed kunnen begrijpen en met de ouders in het Nederlands kunnen communiceren. De Franse Gemeenschap en Gemeenschapscommissie legden tegen deze decretale bepalingen tevergeefs klacht neer bij het Grondwettelijk Hof. Ook vanuit enkele faciliteitengemeenten werd hiertegen fel geprotesteerd.
"Er werden tot dusver nog geen vergunningen opgeheven wegens een gebrek aan kennis van het Nederlands", aldus Vandeurzen. Naast de 8 kinderdagverblijven die inmiddels vrijwillig gestopt zijn zouden volgens de minister ook nog 2 andere aangegeven hebben op korte termijn hun werking stop te zetten, wat het totale aantal op 10 brengt. Van de overige locaties die nog niet voldoen aan het gewenste niveau, zijn er 9 die inmiddels een initiatief in die zin genomen hebben. Van 2 anderen is hierover nog geen informatie beschikbaar.
Kind & Gezin nuanceert de cijfers
Volgens Kind en Gezin zijn de stopzettingen echter niet altijd het rechtstreeks gevolg van de taalvereisten. De organisatie nuanceert dan ook de cijfers. “Als een kinderdagverblijf stopt, is het dikwijls niet alleen te wijten aan de taalvereiste. Meestal zijn er ruimere problemen”, aldus woordvoerster Leen Du Bois van Kind & Gezin.