De gemeente Overijse wil geen pendelparking met metrostation in Oudergem, net op de grens met Jezus-Eik (Overijse). Die parking moet automobilisten motiveren om de auto achter te laten en met het openbaar vervoer naar Brussel te rijden. De druivengemeente dient echter een bezwaar in omdat er geen rekening werd gehouden met de visie die Overijse en Vlaanderen hebben voor Jezus-Eik en het Zoniënwoud.
Overijse wil geen pendelparking en metrostation op grens met Jezus-Eik
Met de realisatie van het Gewestelijk Plan voor Duurzame Ontwikkeling (GPDO) wil men het Brussels Gewest aantrekkelijker maken. Om de mobiliteit te verbeteren wil het gewest pendelparkings aanleggen buiten de stad. Dat is onder meer het geval in Oudergem, net op de grens met Jezus-Eik (Overijse) aan de Welriekendedreef. Voorts voorziet het GPDO een intergewestelijke tram- of metrolijn die de pendelparking en Jezus-Eik met Brussel moeten verbinden.
Maar die plannen ziet Overijse niet zitten omdat die volgens het gemeentebestuur de druk op de Ring rond Brussel en het centrum van Jezus-Eik zullen verhogen. Ze druisen ook in tegen het Masterplan Jezus-Eik dat het gehucht opnieuw positioneert als een attractief dorp met een verkeersarme kern. De parking zou ook een barrière vormen tussen het Zoniënwoud en de aangrenzende groengebieden in Overijse. De gemeente betreurt ook dat er geen voorafgaandelijk overleg was en dient nu een bezwaar in.
Volgens Overijse kan Brussel deze pendelparkings beter aanleggen aan de rand van de stad (dus binnen de Brusselse Ring) en daar ook een aansluiting voorzien met het openbaar vervoer richting Brussel.