De oppositie in het Vlaamse Parlement vraagt eensgezind de oprichting van een parlementaire commissie over het dossier-Uplace. Die commissie moet onderzoeken of er sprake is van partijdigheid en belangenvermenging.
Parlementaire onderzoekscommissie voor Uplace?
vrij 20 feb 2015
De Vlaamse regering ligt onder vuur nadat ze vorige week vrijdag het licht op groen zette voor het megawinkelcomplex Uplace. Vooral economieprofessor Paul De Grauwe was hard in zijn kritiek. Hij vindt dat de regering toegeeft aan de machtige vastgoedpromotors achter het project.
Dat heeft veel te maken met het brownfieldconvenant. In die overeenkomst werd afgesproken dat als Uplace de vervuilde gronden zou saneren, de overheid alles in het werk zou stellen om alle nodige vergunningen af te leveren. De Raad van State vernietigde de convenant omdat er sprake was van mogelijke partijdigheid. Vrijdag heeft de Vlaamse regering daarom een nieuwe convenant opgesteld.
Drie belangrijke vragen
De voltallige oppositie pleit nu toch voor een parlementaire onderzoekscommissie. Die moet zich buigen over drie vragen:
- Was er bij de ondertekening van het oorspronkelijke brownfieldconvenant met Uplace sprake van partijdigheid of belangenvermenging?
- Is er sprake van partijdigheid of belangenvermenging bij de beslissing van vorige vrijdag?
- Kan de regering in de toekomst nog ongebonden een beslissing nemen over de milieuvergunning voor Uplace?
'Altijd alle regels gevolgd'
Uplace zelf ontkent elke vorm van belangenvermenging. De projectontwikkelaar heeft naar eigen zeggen alle wettelijke regels en procedures gevolgd. Woordvoerster Laura Van Waeyenberge wijst er bovendien fijntjes op dat toenmalig SP.A-minister Katleen Van Brempt het brownfieldconvenant mee heeft ondertekend, nota bene als minister van Mobiliteit.
De meerderheidspartijen vinden een onderzoekscommissie een brug te ver. Ook al zijn er binnen zowat elke meerderheidspartij individuele tegenstanders van het project. De kans is dan ook klein dat zo'n onderzoekscommissie er komt.
