Het Brusselse hof van beroep zal zich pas eind 2017 buigen over de tabaksreclame van de warenhuisgroep Colruyt uit Halle. Hoewel het Europees Hof van Justitie nog deze maand een beslissing neemt over de prejudiciële vraag, wordt het proces met meer dan een jaar uitgesteld.
Proces tabaksreclame Colruyt op de lange baan geschoven
Warenhuisketen Colruyt moet zich verantwoorden omdat het tabakswaren verkocht onder de prijs die vermeld staat op de fiscale zegel en daarvoor ook reclame maakte. In eerste aanleg werd de NV Etablissementen Colruyt, die verantwoordelijk is voor de uitbating van de Colruyt-warenhuizen, veroordeeld tot een geldboete van 270.000 euro. Colruyt ging in beroep en stelde dat de minimumprijs voor tabaksproducten in strijd is met een Europese richtlijn. Het hof van beroep in Brussel legde de kwestie voor aan het Europees Hof van Justitie, dat op 21 september een uitspraak zal doen over de zaak. De advocaat-generaal van het Europees Hof van Justitie stelde in april van dit jaar dat een lidstaat wel degelijk handelaars mag verplichten een minimumprijs voor tabaksproducten op te leggen. Als het Europees hof die besluiten volgt, krijgt Colruyt dus ongelijk.
De zaak voor het Brusselse hof van beroep zal op 20 november 2017 worden verdergezet.