Het Nederlandstalig onderwijs moet meer dan ooit focussen op het Nederlands op op wiskunde. Dat zegt Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA) bij het invoeren van nieuwe minimumdoelen voor de eerste graad van het secundair onderwijs én het basisonderwijs. De huidige eindtermen dateren van 1997 en zijn dringend toe aan modernisering, meent het departement Onderwijs. “De lat wordt hoger gelegd en de focus komt duidelijk op Nederlands en wiskunde te liggen,” aldus onderwijsminister Weyts.
De nieuwe minimumdoelen komen er al vanop jonge leeftijd: voor het eerst zijn er ook minimumdoelen te behalen in de kleuterklas. In de lager school zal minstens de helft van de lestijd in het teken van Nederlands en wiskunde staan. De ontwikkelcommissies gaan vanaf september met die nieuwe richtlijnen aan de slag. “Om de onderwijskwaliteit op te krikken, moeten we ingrijpen aan de basis: het basisonderwijs dus,” aldus Vlaams minister van Onderwijs Weyts. “Daarbij maken we duidelijke keuzes en kiezen we voor meer onderwijskwaliteit via de vakken Nederlands en wiskunde.”
De minimumdoelen, wat eigenlijk de vroegere eindtermen zijn, bepalen wat leerlingen minimaal moeten kennen en kunnen. “Ze zijn sober, helder en ambitieus,” klinkt het. “Nederlands en wiskunde zijn basisvaardigheden,” aldus Weyts. “Die vakken maken alle andere vakken mogelijk. Daarom komen er in het kleuteronderwijs voor het eerst minimumdoelen Nederlands. Zo willen we vermijden dat leerlingen met een taalachterstand aan het eerste leerjaar beginnen.”
Reactie GO!
Topman van het gemeenschapsonderwijs GO! Juicht toe dat Weyts wil inzetten op Nederlands en wiskunde. “Maar ik denk dat veel scholen daar nu al mee aan de slag gegaan zijn,” zegt hij. Over de minimumdoelen in de derde kleuterklas stelt de topman zich nog vragen: “We willen daar graag meer duidelijkheid over, want dat zou toch een ingrijpende verandering in ons onderwijssysteem zijn,” zegt hij.
Een gesprek met Weyts en Pelleriaux zie je in ons nieuws.
