Scholen met een capaciteitstekort zullen in de toekomst verplicht met een digitaal aanmeldingssysteem moeten werken. In het secundair onderwijs wordt loting het standaardprincipe om leerlingen in te schrijven. Dat besliste de Vlaamse regering vanmorgen.
Digitaal aanmelden in scholen met capaciteitsproblemen voortaan verplicht
Lange kampeerrijen voor de poort van populaire scholen, verontwaardigde reacties van ouders die online aanmelden en geen duidelijkheid krijgen waarom ze achter het net vissen, het zijn jaarlijks terugkerende taferelen in Vlaanderen en Brussel. Om dit te vermijden investeerde de Vlaamse regering de voorbije jaren in meer dan 40.000 extra plaatsen in het onderwijs. Omdat er toch nog altijd scholen zijn die kampen met capaciteitsproblemen, wordt nu ook het inschrijvingsrecht grondig vernieuwd.
Scholen met capaciteitsproblemen zullen voortaan verplicht digitaal aanmelden. In de capaciteitsregio’s (Brussel, Gent en Antwerpen) melden alle scholen verplicht centraal aan. Er komt in heel Vlaanderen en Brussel één tijdslijn voor aanmeldende basisscholen en één voor secundaire scholen. In het secundair onderwijs zullen ook scholen die niet digitaal aanmelden deze tijdlijn moeten respecteren.
Aanmelden gebeurt in het basisonderwijs vanaf 1 maart 2019, in het secundair onderwijs vanaf 1 april 2019, de inschrijvingen starten voor het basisonderwijs op 6 mei 2019 en voor het secundair onderwijs op 29 mei 2019. Op die manier verdwijnen de kampeerrijen. Bovendien hebben ouders en leerlingen bij inschrijving al een goed zicht op de mogelijke studievoortgang en krijgen zij meer tijd om verschillende scholen te bezoeken. Door met één startdatum te werken voor de inschrijvingen en deze centraal te registreren vermijden we ook dubbele inschrijvingen.
Vroeger werkte een aantal scholen met het criterium chronologie om een selectie te maken. Met andere woorden wie eerst komt, werd eerst ingeschreven. Dat systeem zal in de toekomst niet langer mogelijk zijn. Die scholen zullen met een digitale aanmelding werken. Vorig schooljaar werkten nog zeven scholen secundair onderwijs met dat systeem, in het basisonderwijs was dat al langer niet meer mogelijk.
Voorrang in Brussel
In Brussel worden de voorrangsregels voor Nederlandstaligen versterkt door het percentage van 55 procent naar 65 procent op te trekken in zowel in het basis- als het secundair onderwijs. Daarbovenop krijgen leerlingen die al negen jaar schoolliepen in het Nederlandstalig onderwijs ook nog een voorrang van 15 procent in het secundair onderwijs.