In Vilvoorde is de derby in vierde provinciale tussen Vilvoorde City en Infinity FC.Vilvoorde B helemaal ontspoord. De scheidsrechter werd na een rode kaart bespuwd door een speler van Infinity en zou ook een slag in het gezicht hebben gekregen. De match werd stopgezet en de politie moest ter plaatse komen om de gemoederen te bedaren.
Vilvoordse voetbalderby ontspoort: “Scheidsrechter werd bespuwd en geslagen”
De wedstrijd vond zondagmiddag plaats op Sportstadion Drie Fonteinen, met Vilvoorde City als thuisploeg. “De eerste helft was normaal verlopen en de stand was 1-1”, vertelt voorzitter Faruk Akkus van Vilvoorde City. “Bij het begin van de tweede helft liep het echter mis. Een van hun spelers verloor de bal en wou zich revancheren. Daarbij wilde hij een klap uitdelen aan een van onze spelers. De scheidsrechter had dat gezien en gaf hem meteen rood. Daarop werd de speler meteen heel agressief. Hij heeft naar scheidsrechter gespuwd en zijn kaarten uit de hand getrokken.”
Het hek was meteen van de dam, op het veld ontstond heel wat tumult. “De scheidsrechter werd belaagd en voelde zich niet meer veilig. Hij heeft dan ook meteen de match afgefloten. Ik heb ook onmiddellijk beslist om de politie te bellen om de veiligheid van de scheidsrechter te garanderen want hij had al een slag in het gezicht moeten incasseren, net als onze tweede doelman. De scheidsrechter heeft zijn verslag opgemaakt en naar de Belgische voetbalbond gestuurd. We zullen zien wat hun beslissing wordt”, aldus Akkus.
Bij Infinity FC. Vilvoorde blijven ze op de vlakte over het voorval. “We wensen hierover geen positie in te nemen”, reageert gerechtigd correspondent Mohammed Tazi als we hem contacteren voor zijn versie. “We laten dit over aan de Voetbalbond.” Het incident krijgt sowieso gevolg via het disciplinair comité van Voetbal Vlaanderen. “We veroordelen dit gedrag, dit moet uit ons voetbal", reageert woordvoerder van Voetbal Vlaanderen Nand De Klerck van Voetbal Vlaanderen. “We bieden gratis psychologische ondersteuning aan de ref in kwestie via onze samenwerking met het nationaal hulpverlenersnetwerk POBOS.”