Vlaams-Brabander fietst alsmaar vaker naar het werk: “De helft meer dan vijf jaar geleden”

17 uur geleden

De inwoners van Vlaams-Brabant fietsen alsmaar vaker naar het werk. In zo’n 4 op de 10 woon-werkverplaatsingen speelt de fiets een rol, de helft meer dan vijf jaar geleden. Dat blijkt uit de mobiliteitsbarometer van HR-expert Acerta. “Dat is wel nog altijd minder dan het Vlaamse gemiddelde, terwijl het aandeel van de wagen gelijk blijft. Het verschil wordt in de provincie gemaakt door het openbaar vervoer”, zegt Kim Dekeyser van Acerta.

In vijf jaar tijd is het aandeel werknemers in Vlaams-Brabant dat de fiets gebruikt om deels of volledig naar en van het werk te rijden met de helft gestegen. De fiets – alle types, dus ook bijvoorbeeld. de step – is daarmee de grote winnaar in het woon-werkverkeer in onze provincie. “Kritische geesten zouden kunnen stellen dat de populariteit van de fiets het laatste jaar toch wel wat aan het afvlakken is, maar het is niet meer dan logisch dat die ooit het maximum zal bereiken van wat er met de fiets kan”, zegt Kim Dekeyser van Acerta. “De fiets zal nooit voor iedereen een oplossing kunnen zijn, maar groene mobiliteit is en blijft wel belangrijk.”

Van alle Vlaamse provincies wordt in Vlaams-Brabant de wagen het vaakst aan de kant gelaten om te gaan werken, ook al blijft het wel het populairste vervoermiddel. De helft van de woon-werkritten wordt nog altijd enkel met de auto gedaan. Dat is wel zo’n 20 procent minder dan vijf jaar geleden. Het openbaar vervoer blijft in het woon-werkverkeer algemeen een stuk minder populair dan de private vervoermiddelen, zoals de auto en de fiets. Al is dat aandeel in Vlaams-Brabant opmerkelijk meer dan elders in Vlaanderen.

“In het openbaar vervoer krijgt de reiziger een passieve rol: waar en wanneer er aanbod is van trein, tram of bus, daar heeft de gebruiker geen vat op. Voldoet dat aanbod niet, dan neemt de pendelaar die het kan liever zelf de controle en kiest voor private vervoersmiddelen, zoals de fiets of de auto”, zegt Dekeyser. “Dat het aandeel gebruikers van het openbaar vervoer in Vlaams-Brabant hoger ligt dan elders, betekent dat dit voor meer mensen de beste optie is. Dat succes heeft te maken met het aanbod en met het beleid, bv. als de auto wordt ontmoedigd. Dan kan het openbaar vervoer wel winnen.”

Werknemers in Vlaams-Brabant wonen tot slot gemiddeld 19 kilometer van het werk vandaan, iets minder dan het Vlaamse gemiddelde. “Op dat traject kunnen ze op vele manieren vervoersmiddelen combineren, maar het aanbod blijft bepalend”, zegt Dekeyser. “Zo hebben de elektrische fiets en de step een impact op hoe mensen afstanden inschatten, de optie van een fietslease via het werk en de aanleg van fietsostrades zijn manieren om mensen aan het fietsen te krijgen. Dat geldt ook voor een bushalte in de buurt, een rechtstreekse verbinding of een trein meer of minder op het spitsuur.”