Tot nog toe gold een dergelijk verbod al in 15 gemeenten uit het westen van de provincie. Boon stelt ook een captatieverbod in voor het oppompen van water uit onbevaarbare waterlopen. "Ons water is kostbaar en we moeten er spaarzaam mee omgaan. We moeten het gebruiken voor de essentiële toepassingen, en niet onnodig verspille. We vragen aan onze inwoners om dit verbod te respecteren en om zo de bestaande productie en distributie van drinkwater op peil te houden", zegt Kaat Boon, waarnemend provinciegouverneur
Het is voortaan in heel Vlaams-Brabant verboden om water uit publiek leidingnet te gebruiken voor:
- het wassen van voertuigen
- het vullen of bijvullen van zwembaden, vijvers en bevoorraden van fonteinen
- het reinigen van straten
- besproeien van velden, binnenplaatsen, grasperken en tuinen
- het besproeien van daken, gevels, tenten, luifels en sportterreinen
Enkel tussen 20 en 8 uur mag voor bovenstaande activiteiten wel niet-leidingwater (put- en regenwater) gebruikt worden. Er gelden wel uitzonderingen. Dat is bijvoorbeeld het geval voor het wassen van voertuigen door hiertoe gespecialiseerde bedrijven.
Kaat Boon motiveert haar beslissing met verwijzing naar de aanslepende droogte in Vlaanderen. Die heeft het grondwaterpeil sterk doen dalen heeft terwijl het drinkwaterverbruik bovengemiddeld hoog is.
Omdat er op verschillende plaatsen reeds onbevaarbare waterlopen droog staan, de lage waterpeilen gezondheidsrisico's vormen en ecologische schade berokkenen, wordt er bovendien op al deze waterlopen een verbod ingesteld om er water uit te op te pompen. Voor de bevaarbare waterlopen wordt de situatie nauw op de voet gevolgd en indien nodig mogelijk later eveneens een captatieverbod ingesteld.
Overtreders riskeren geldboete en/of gevangenisstraf
In de eerste plaats is het de bedoeling om beroep te doen op de burgerzin en solidariteit van de burgers. Indien inwoners zich toch niet aan het verbod zouden houden, riskeren ze een geldboete van 26 tot 200 euro (deze bedragen worden vermenigvuldigd x 8 conform de Wet van 5 maart 1952 betreffende de opdecimes op de strafrechtelijke geldboeten) en/of een gevangenisstraf van 8 tot 14 dagen.