Voor de Brusselse correctionele rechtbank start vandaag het proces tegen een politie-inspecteur van de zone Dilbeek. De man staat terecht omdat hij onwettig politiegeweld zou hebben gebruikt op drie minderjarigen, twee jongens en een meisje. Bij het incident brak hij ook de vinger van een andere politieman die hem wilde tegengehouden.
Politieman breekt vinger terwijl hij collega wil tegenhouden die geweld gebruikt tegen minderjarig meisje
De feiten dateren van 25 juli 2019. In Dilbeek arresteerde de politie toen drie minderjarigen uit Brussel. Interventieploegen van de politiezone Zennevallei (Beersel, Halle en Sint-Pieters-Leeuw) verleenden bijstand, maar die samenwerking verliep niet zonder slag of stoot. Een inspecteur van PZ Zennevallei brak een vinger en verklaarde nadien aan zijn diensthoofd dat dat gebeurd was toen hij een collega van PZ Dilbeek probeerde tegen te houden toen die zonder reden op één van de minderjarigen aan het slaan was. Het parket van Halle-Vilvoorde opende daarop een onderzoek.
Intussen had ook het Brusselse parket opgenomen met het parket van Halle-Vilvoorde omdat de drie minderjarigen die waren opgepakt, zichtbare verwondingen vertoonden die vermoedelijk het gevolg waren van politiegeweld. Vooral het minderjarige meisje zou zwaar zijn toegetakeld. Bij hun verhoor verklaarden de drie jongeren ook dat ze slagen hadden gekregen. Het Brusselse parket stelde een wetsarts aan om hen te onderzoeken. Het parket van Halle-Vilvoorde liet het Comité P de zaak verder uitspitten en besliste nadien om de betrokken politieman uit Dilbeek te vervolgen voor het gebruik van onwettig geweld op de drie minderjarigen, met de verzwarende omstandigheid van arbeidsongeschiktheid tot gevolg. De man zal zich ook moeten verantwoorden voor onopzettelijke slagen en verwondingen aan zijn collega van de politiezone Zennevallei.
De beklaagde ontkende tijdens het onderzoek dat hij onwettig geweld had gebruikt op het meisje. Hij verklaarde dat het ging om wettig en proportioneel geweld omdat ze niet meewerkte. De zaak wordt vandaag ingeleid bij de correctionele rechtbank, maar zal op 17 juni worden behandeld.