Muhammed Aytekin, de twintiger die negen jaar geleden Merel De Prins uit Eppegem doodreed, riskeert op verzet een celstraf van 12 maanden. De man werd enkele jaren geleden opgemerkt toen hij als passagier in een niet-ingeschreven en niet-verzekerde BMW zat, maar ontkent dat hij de eigenaar was van het voertuig.
Doodrijder Merel De Prins riskeert 12 maanden cel voor niet-verzekering en niet-inschrijving van wagen
De beklaagde werd op 13 oktober 2019 door de politie tegengehouden in Sint-Pieters Leeuw. Hij reed mee met een vriend die omwille van zijn stuurgedrag aan de kant werd gezet. Toen agenten de wagen controleerden, zat Muhammed Aytekin als passagier in het voertuig. De wagen was niet ingeschreven en niet verzekerd.
Aytekin zou tijdens de politiecontrole hebben verklaard dat hij de eigenaar was van het voertuig, waarop een proces-verbaal werd opgesteld tegen de twintiger. Hij werd uiteindelijk bij verstek veroordeeld tot 12 maanden cel en een levenslang rijverbod voor die feiten.
Begin juni van dit jaar werd de twintiger opgepakt in het kader van de uitvoering van dat vonnis. De man tekende verzet aan, waarna de zaak woensdag voor de correctionele rechtbank kwam. Het parket vroeg de rechtbank om het verstekvonnis te bevestigen. “Hij heeft niet de minste intentie om lessen te trekken uit zijn strafverleden”, klonk het bij de substituut-procureur.
Bij de verdediging klonk een pleidooi voor een vrijspraak. “Wij betwisten de feiten”, sprak meester Mike De Witte. “Hij zou verklaard hebben dat hij de eigenaar van de wagen was, maar dat zou een wel héél domme uitspraak zijn geweest, gezien zijn geschiedenis. Het klopt niet dat hij dat gezegd heeft. Hij had die wagen al verkocht. Op zijn bankrekening was op dat moment 1.000 euro overgeschreven als voorschot.”
De twintiger nam ook zelf het woord. “Ik had niets met die auto te maken”, zei hij. “Ik was op weg naar mijn werk, toen een kennis van mij passeerde en mij voorstelde om mij af te zetten.”
Vonnis op 30 oktober.