“Heel wat informatie is voorhanden, alleen erg versnipperd”, legt Karlijne Van Bree uit. “In eerste instantie werd al het materiaal verzameld. Daarna ging iedereen in een afgebakend gebied aan de slag. Het werd, letterlijk, een tocht met de kaart in de hand waarbij toponiemen (plaatsnamen) aangevuld of verbeterd werden. Dat levert soms verrassende resultaten op. Er zijn natuurlijk de gekende plaatsen zoals het Prinsenbos of de molens, maar het is opvallend hoe waardevol het onroerend erfgoed in onze gemeente wel is. Zo is er een brede waaier aan landhuizen, kapellen en hoeves, waarvan er soms nuttige informatie terug te vinden is in de Vlaamse inventaris onroerend erfgoed.”
Actualisering van de informatie
"De vraag van het Nationaal Geografisch Instituut was de geknipte aanleiding om ons specifiek toe te leggen op een inventaris van kapellen”, aldus Van Bree. “In het verleden werd daarover al heel wat in kaart gebracht, vooral door vrijwilligers. Na een oproep op Facebook kwamen extra tips binnen, bijvoorbeeld omtrent namen van kapellen. Het beste bewijs voor mij dat de interesse voor het erfgoed leeft bij heel wat mensen.”
Vrijwilligerswerk
De vrijwilligers, waarvan sommigen actief zijn in het Lokaal Monumentencomité, brachten hun vaststellingen op kaarten aan, al dan niet aangevuld met extra informatie. Als bedanking werd aan de vrijwilligers een kaart aangeboden waarop hun deelgemeente wordt weergegeven in het jaar 1847.