De Vlaamse provincies hebben heel wat vragen over de manier waarop het er vandaag in de arbeidszorg aan toegaat. Sinds 2014 is er weliswaar een wettelijk kader voor de arbeidszorg, maar dat zou nog heel wat mankementen vertonen. De provincie Vlaams-Brabant nodigde daarom enkele Vlaamse parlementsleden uit voor een ontmoeting met de arbeidszorgmedewerkers in de Plantentuin van Meise.
Vlaams-Brabant wil wettelijke regeling voor arbeidszorgmedewerkers
Vlaanderen telt vandaag iets minder dan 7.000 arbeidszorgmedewerkers, mensen die onbezoldigd tewerkgesteld worden via een begeleidende organisatie. Volgens de provincies vertoont het Vlaams decreet rond arbeidszorg enkele mankementen. Zo worden 6 op de 10 begeleidende organisaties niet gefinancierd door een hogere overheid en is het decreet te veel gericht op een doorstroming naar de reguliere arbeidsmarkt. “Maar we stellen vast dat maar 1% van de arbeidszorgmedewerkers effectief doorstroomt. We proberen daar inspanningen rond te leveren, maar dat is niet zo evident”, zegt Marc Florquin, gedeputeerde voor Economie.
De Plantentuin in Meise heeft twee arbeidszorgmedewerkers. De provincies vragen nu meer zekerheid voor hen. Want het feit dat ze tewerkgesteld worden vloekt juridisch vaak met het feit dat ze ook een uitkering ontvangen. “Hun statuut is een probleem. Arbeidszorgmedewerkers worden niet betaald voor hun arbeid. Op zich vragen zij dat ook niet. Maar we merken heel wat problemen als de sociale inspectie komt. Zij maken volgens hen deel uit van het zwartwerkcircuit. Maar uiteraard is dit geen zwartwerk”, aldus Florquin. “Dergelijke zaken moeten echt de wereld uit. Dat is te gek voor woorden”, zegt ook Vlaams parlementslid Peter Persyn (N-VA). “Wat ze doen is een meerwaarde voor alle partijen, dus moeten we zien dat de mensen daar niet op bestraft kunnen worden”, aldus Persyn.