Dodi Lukebakio: voetbaltalent uit Asse

zon 25 maa 2018

Dodi Lukebakio is twintig jaar en komt uit Asse. Hij voetbalt in de Engelse premier League bij Watford. Deze week is hij in het land, want morgen wil hij met de U21 van de Rode Duivels Hongarije in de pan hakken bij de laatste thuiswedstrijd van de groepsfase voor het Europees Kampioenschap 2019 in Italië. Wij trokken naar de training van de jonge Duivels en ontmoetten er Dodi Lukebakio.

 

Het is nu bijna twee maanden geleden dat voetbalclub Charleroi Lukebakio kocht van Anderlecht, om hem meteen door te verkopen aan de Engelse eersteklasser Watford. Totnogtoe speelde de Assenaar al vijftien minuten voor zijn nieuwe club. “Dat was tegen West Ham, ik mocht er invallen,” vertelt Lukebakio. “Op dit moment is het een beetje afwachten, maar mijn tijd komt wel.”

Ondanks de weinige speelminuten weet Lukebakio nu al dat het verschil tussen de Belgische en de Engelse competitie erg groot is: “Er is de fysieke intensiteit. Sommige fouten worden niet gefloten en daar moet je mentaal sterk voor zijn,” legt hij uit. Ook de beleving bij de supporters is anders in Engeland dan bij ons. “Die leven echt voor hun club. Het is fantastisch om zoiets te zien,” glundert Lukebakio.

Ook al vertoeft Lukebakio vooral over de plas, de band met zijn thuisgemeente is er nog altijd. “Asse betekent heel veel voor mij. Ik ben er opgegroeid, mijn vrienden zijn daar. Ik heb er Nederlands leren spreken.” Zijn eerste voetbalpassen zette Lukebakio bij Asse-Zellik, dat momenteel in de tweede provenciale speelt. “Daar geloofden ze echt in mij, ze zeiden dat als ik serieus zou zijn, ik er zou komen. Dat is fijn om te horen.”

Morgen speelt Lukebakio met de Rode Duivels jonger dan 21 jaar tegen Hongarije. Voorlopig voert het team van Johan Walem met veertien punten uit zes wedstrijden de poule aan met zes punten meer dan Hongarije en Zweden, die allebei twee wedstrijden minder hebben gespeeld. “Ik denk dat we ons zullen moeten focussen,” zegt Lukebakio, “We mogen niet denken dat het makkelijk zal zijn. Maar als ik hier kom, geef ik altijd het maximum om mijn land te helpen.”