De avondfiles in ons land zijn vorig jaar gemiddeld opnieuw 16 km langer geworden. Dan staan we 121 kilometer aan te schuiven. De ochtendfiles, gemiddeld 145 kilometer, zijn vorig jaar nagenoeg even lang gebleven. De files naar en rond Antwerpen en Brussel zijn goed voor nagenoeg de helft van alle files.
Elke avond 16 kilometer extra file
Het verkeer op de Vlaamse snelwegen is in 2016 opnieuw toegenomen, met +0,8% op werkdagen en +1,4% op zaterdagen. Die toename is volledig te wijten aan de groei van het autoverkeer, want de groei van het vrachtverkeer is gestagneerd in 2016 door onder meer de kilometerheffing.
De gemiddelde ochtendfile op werkdagen (zo’n 145 km lang) is nauwelijks langer geworden in 2016, maar de file in de avondspits is wel een pak langer geworden: van 105 km in 2015 naar 121 km in 2016. Er is duidelijk sprake van oververzadiging, die het wegennet extra kwetsbaar maakt. Zodra er één incident of ongeval gebeurt, loopt het verkeer helemaal vast.
De ringwegen rond Antwerpen en Brussel blijven de grootste pijnpunten. In de avondspits zijn ze goed voor 52% van alle files. Met uitzondering van 1 wegsegment is de hele top 40 van drukste wegstukken te vinden op de R1 en de R0.
Zone UZ Jette op RO is meest verzadigde punt van Vlaanderen
De zone bij het UZ Jette op de RO is het meest verzadigde snelwegstuk van heel Vlaanderen. Ook de zone tussen Machelen en Zaventem is een bijzonder drukke zone op de Ring rond Brussel. De files nemen ook hier verder toe. Ondanks een stijging van de filezwaarte van 7% op de Ring (de combinatie van filelengte en fileduur) is de omgeving in en rond Brussel niet langer het grootste knelpunt van het land. Dat heeft zich verplaatst naar Antwerpen waar de filezwaarte op 1 jaar tijd is toegenomen met 22%.
Filerecords vragen om recordinvesteringen, zegt Weyts
Om het fileleed te verzachten heeft Vlaams minister van Mobiliteit en Openbare Werken Ben Weyts (N-VA) een ambitieus Werkplan klaar. Nog tot het eind van deze regeerperiode in 2019 wordt een recordbedrag van 5,8 miljard euro geïnvesteerd in de Vlaamse mobiliteit. Het merendeel van die middelen gaat naar de alternatieven voor de auto: de fiets (300 miljoen euro, +25%), het openbaar vervoer (816 miljoen euro, +43%) en de waterwegen (2,25 miljard euro, +17%). “We investeren nu, in tijden van besparingen, veel meer dan we vroeger deden in tijden van budgettaire overschotten”, stelt Weyts vast. “We gaan de alternatieven nog aantrekkelijker maken, zodat meer mensen verleid worden om over te schakelen”.
Extra spitsstroken tussen Groot-Bijgaarden en Affligem
Maar er wordt ook extra geïnvesteerd in onze weginfrastructuur (2,7 miljard, +37%). Dat is dan nog gerekend zonder de grote kosten voor de investeringsprojecten die zich specifiek richten op de grootste probleemgebieden: de Oosterweelverbinding in Antwerpen (3,5 miljard euro) en de herinrichting van de Ring rond Brussel (1,5 miljard euro). Het budget gaat onder andere naar extra spitsstroken tussen Groot-Bijgaarden en Affligem en de optimalisering van bestaande wegen die worden omgebouwd naar snelwegen. Het gaat dan onder meer om de N49, de N203a en de A12.