Vanwaar komt je ambitie om de lokale lijst te trekken?
“De komende gemeenteraadsverkiezingen zijn een unieke kans om het beleid in onze gemeente in een andere richting te duwen. Een versnippering van kleine partijen kan zo’n verandering niet teweegbrengen. Denk Dilbeek is het enige geloofwaardige alternatief voor het huidige rechtse en koude bestuur. We hebben de voorbije jaren gezien hoe snel samenwerkingen en waardevolle projecten kunnen worden afgebroken. We moeten dit proces nu een halt toeroepen en terug samen met onze lokale partners, verenigingen en vrijwilligers bouwen aan een positieve toekomst voor onze gemeente. Wij vragen de steun van wie echt verandering wil. Zonder Denk Dilbeek is het nog eens 6 jaar van hetzelfde laken een broek.
Een hyper-geïndividualiseerde samenleving, waarin het respect ontbreekt voor wie zich engageert of het moeilijk heeft, wil ik onze kinderen niet achterlaten. Daarom wou ik me nog eens volledig smijten om samen het verschil te maken. Ik was dan ook van bij de start een van de drijvende krachten achter ons project Denk Dilbeek. Het vereerde me dat de leden mij als lijsttrekker naar voren schoven. Als voormalig schepen kan ik heel wat bestuurservaring naar de tafel brengen, maar ik ben slechts één puzzelstukje van ons verhaal.”
Waar staat je lijst voor?
“Denk Dilbeek wil voor onze gemeentye een verbindend, betrokken en duurzaam beleid, dat vanuit respect en solidariteit vertrekt. Samenwerken is daarbij hét sleutelwoord. We zijn ervan overtuigd dat we samen met lokale partners, vrijwilligers en verenigingen veel meer kunnen bereiken en betere keuzes kunnen maken. Dat brachten we zelf in de praktijk door in Denk Dilbeek de lokale krachten te bundelen die zich voor een warmer bestuur met unieke focus op Dilbeek willen engageren.
Ons project geniet de steun van cd&v, DNA! en Groen, maar vooral van een grote groep inwoners die niet gebonden is aan een nationale partij. Samen willen ze zich smijten voor hun gemeente. Maar liefst 40% van onze kandidaten heeft geen band met of verleden bij een reeds bestaande partij. Zo brengen we bestuurservaring samen met heel wat frisse ideeën en nieuw engagement om van Dilbeek weer een voortrekker te maken. Dat doen we door wijkgericht te werken en het bestuur en de dienstverlening dichterbij te brengen. Ook door meer respect te tonen voor vrijwilligers en verenigingen. We moeten hen als echte partners beschouwen. We bouwen multifunctionele ontmoetingsplekken en zorgen voor een beter onderhoud van de publieke ruimte. Wie het nodig heeft, ondersteunen we. Met partners zoeken we naar extra capaciteit in het onderwijs en in de kinderopvang.”
** Waarom moeten burgers op 13 oktober hoewel het niet verplicht is, toch gaan stemmen?**
“Stemmen is een fundamenteel recht en een belangrijk instrument voor politieke betrokkenheid en verandering. Het is een manier om je stem te laten horen, je rechten te beschermen en actief bij te dragen aan de samenleving. Je kan lokaal echt het verschil maken met je stem en mee de richting bepalen waarin de gemeente evolueert. Jij kan zorgen dat er verandering komt.
Het verleden heeft uitgewezen dat op lokaal vlak elke stem het verschil kan maken. Door te gaan stemmen kies je wie je in het gemeentebestuur vertegenwoordigt én versterk je de lokale democratie. Hoe meer mensen deelnemen aan het stemproces, hoe representatiever de verkiezingsresultaten zullen zijn en hoe sterker de democratische instellingen zullen zijn.”
Wat zijn de pluspunten van het huidige beleid?
“Positief is dat de inspanning van de vorige legislatuur, de investeringen in fietspaden en de heraanleg van grote verkeersassen, is doorgezet. Daar was een achterstand weg te werken. Ook de plannen uit de vorige legislatuur om de open ruimte te beschermen werden doorgezet.”
Wat zijn de minpunten van het huidige beleid?
“Alle grote investeringen in infrastructuur voor de zachtere sectoren zijn in de loop van de legislatuur geschrapt. Kijk maar wat er met de vrijetijdssite Keperenberg en de renovatie van woonzorgcentrum Breugeldal is gebeurd. Daar hebben we nu 6 jaar verloren om de verouderde infrastructuur uit de jaren 70 en 80 te vervangen. Er zijn miljoenen uitgegeven aan studiebureaus en consultants – zelfs voor projecten waar al plannen voor bestonden – om de plannen vervolgens niet uit te voeren. Zo verdween bijvoorbeeld 800 000 euro aan studiekosten met betrekking tot de site Keperenberg in de vuilbak.
Er is een groot verloop van medewerkers geweest, waardoor nu consultants moeten worden ingeschakeld om taken te vervullen. Heel wat basisopdrachten en heel wat denkwerk wordt uitbesteed. Vrijwilligers en verenigingen worden gezien als last- en kostenposten. Na bijna 50 jaar medebestuur zijn alle vrijwilligers uit het bestuur van de vrijetijdsvzw's gegooid. De structurele adviesraden werden afgeschaft ten voordele van zeer geïndividualiseerde vormen van inspraak. Huurtarieven voor lokalen gingen fors de hoogte in en er verdwijnt 25% van de basissubsidies voor verenigingen. De sociale dienstverlening en steun werd afgebouwd. Het dagverzorgingscentrum werd gesloten, subsidies voor mantelzorgers verdwenen, de subsidies voor internationale solidariteit werden geschrapt, prijzen voor de voor-en naschoolse opvang stegen fors. De lijst gaat maar door.”
Wat moet het nieuwe gemeentebestuur eerst aanpakken?
“Het nieuwe gemeentebestuur zal het vertrouwen moeten terugwinnen van heel wat lokale partners, vrijwilligers en verenigingen. Dat respect is cruciaal om samen nieuwe projecten te kunnen realiseren. Enkel door samenwerkingen kan je de kosten drukken, niet alleen wat de investering betreft, maar ook wat de uitbating van de multifunctionele infrastructuur betreft. Door het denk- en doewerk opnieuw in eigen handen te nemen, willen we het verschil maken. De lijst met broodnodige investeringen is lang: vrijetijdsinfrastructuur – zoals de sporthal en jeugdlokalen – speelpleintjes en andere ontmoetingsplaatsen. Ook in het onderwijs en de kinderopvang moeten we de capaciteit verhogen. Een vernieuwd woonzorgcentrum is broodnodig.
We willen snel structurele participatie, onder andere via wijkwerking, uitbouwen om samenwerkingen te faciliteren. Het bestuur en de dienstverlening moet dichter bij onze buurten, wijken en dorpen komen. En daarbij hoort ook extra aandacht voor het samenleven in die kleine gemeenschappen, opdat alle inwoners, ongeacht hun achtergrond, zich gerespecteerd voelen. We willen iedereen betrekken en een verbindende rol spelen. Niet iedereen heeft het even gemakkelijk. De sociale netwerken willen we versterken in warme wijken. We willen actie ondernemen tegen eenzaamheid, sociale isolatie en armoede, in het bijzonder kinderarmoede. Maar ook wie net uit de boot valt voor hulp willen we beter ondersteunen.”