Vanwaar komt je ambitie om de lokale lijst te trekken?
“Ik sta op nummer 1 maar ik ‘trek’ onze lijst niet. De plaatsen op onze lijst werden geloot. Iedereen is immers gelijkwaardig. Het concept ‘lijsttrekker’ is met het nieuwe decreet trouwens verlaten. In het burgerTeam zijn er geen ‘leiders’ maar enkel ‘samenwerkers’. Dat is een bewuste keuze. Politieke partijen zijn machtsstructuren met een ‘leider’ die alles te zeggen heeft en daaronder is er ‘voetvolk’. De betrokkenheid van mensen ‘onderaan de ladder’ is nihil. En dat werkt dus niet. De samenleving is te complex geworden voor ‘leiders’ om alles alleen op te lossen. De bevolking vindt dat ongeloofwaardig. “Die haantjes luisteren toch niet naar mij en zijn enkel met zichzelf bezig,” zeggen ze. Mensen gaan dus niet meer stemmen of stemmen voor populisten die de klachten mooi in de verf zetten, maar geen haalbare oplossingen formuleren.
De democratie staat heel erg onder druk. Op dit moment is reeds 57,4% van de Belgen ervan overtuigd dat het parlement mag vervangen worden door een autoritaire leider.
Om de betrokkenheid van de burger weer aan te zwengelen moeten we lokaal beginnen. Mensen moeten geactiveerd worden om als burgers bij te dragen, om zich te laten horen en gehoord te worden.”
Waar staat je lijst voor?
“Fundamentele en structureel verankerde participatie. Niet van het type om op het einde van een project wat gele briefjes op een plan te kleven, maar om van bij de start mee te denken en mee te creëren. Dat begint bij ons met op te richten wijkraden waarin mensen uit een wijk samenkomen. Ze benoemen hun lokale problemen en zoeken naar oplossingen om ze lokaal op te lossen. Een deel van het gemeentelijk budget wordt gereserveerd om door hen besteed te worden. Wat wel en niet lokaal kan besteed worden moet in een gezamenlijk reglement worden opgenomen. En die wijkraden moeten ondersteund worden door de administratie. Om de mensen te stimuleren om deel te nemen aan de wijkraden moeten hun beslissingen het voordeel van de twijfel krijgen. Dit betekent dat de gemeenteraad die beslissingen bekrachtigt en uitvoert, tenzij er onderbouwde argumenten zijn om het niet te doen.
De wijkraden houden zich vooral bezig met de kwaliteit van het leven. Door op constructieve manier samen te werken en te leren respectvol met elkaar om te gaan, bouwen we de samenleving van onderuit weer op. In dergelijk overleg zijn er strenge omgangsvormen: nooit meer dan één spreker tegelijk, iedereen spreekt met respect, en luistert aandachtig. Meningsverschillen zijn normaal, worden uitgesproken, maar verwijten zijn verboden. Dat werkt.”
Waarom moeten burgers op 13 oktober, hoewel het niet verplicht is, toch gaan stemmen?
“Het is begrijpelijk, maar afhaken is verliezen. Burgers zien enkel vechtende partijen in opbod met elkaar om ‘te winnen’ tegen anderen die moeten ‘verliezen’. Vechtende partijen realiseren amper wat. Niet meer gaan stemmen en hopen dat een sterke man het voor hen zal oplossen werkt niet. Kijk naar de geschiedenis.
Het kan wel degelijk anders! In het stadje Frome in Engeland is men er in 2014 in geslaagd om de gemeenteraad te vervangen door een burgerraad. Daar wordt in alle rust met iedereen gepraat over langetermijnvisie. Zonder vechten en schelden, gewoon omdat er geen vechtende partijen meer zijn. Wij roepen alle twijfelaars en ‘opgevers’ dan ook hard op om voor het burgerTeam te stemmen en ons de kans te geven om het systeem ten gronde te veranderen. Het burgerTeam wil dat alle burgers opnieuw betrokken worden bij de grote keuzes en dus écht gehoord worden. Een meerjarenplan mag niet achter gesloten deuren worden opgemaakt. Dat moet ‘in alle openheid’ gebeuren met de burgers. Ook het budget moet voor ons in een minireferendum worden goedgekeurd met een 1000-tal gelote burgers vanaf 12 jaar. Het budget belangt ook jongeren aan en moet dus leesbaar zijn voor iedereen. Dus ook de vele volwassenen die geen balans kunnen lezen.”
Wat zijn de minpunten van het huidige bestuur?
“Het huidige bestuur is geteisterd door conflicten tussen niet-aflatende ego’s. Mensen die niet in staat zijn tot dialoog en enkel bereid zijn om naar zichzelf te luisteren. Deze conflicten ontstonden binnen de meerderheidspartijen in het eerste deel van de legislatuur maar breiden alleen maar uit tussen alle partijen na de machtswissel. De dialoog met de burgers werd aanvankelijk opgestart met participatiemarkten – waar de Meisenaar het verlanglijstje van de partijen konden aanvullen of bevestigen – aan de start van de legislatuur. Ook het opgestelde meerjarenplan zat vol mooie beloften maar door de vele conflicten is er de tweede helft van de legislatuur – dus na de machtswissel – enkel nog uitgevoerd wat in de eerste helft op stapel werd gezet.
Waar in de eerste helft nog sprake was van visieontwikkeling, was dat in de tweede helft niet meer het geval. Integendeel, men is overgestapt op het maken van eindeloos veel beloften en het aanzetten tot gigantische projecten die nooit ofte nimmer betaalbaar zullen zijn. Meise staat voor astronomische kosten en het budget voor de volgende ploeg is omzeggens 0 euro. De huidige ploeg heeft voor haar plannen ook geen geld gebudgetteerd en er komen gigantische kosten op ons af die elke manoeuvreerruimte doen verdwijnen. De huidige meerderheidsploeg is erg populistisch en belooft iedereen de hemel.”
Wat moet het nieuwe gemeentebestuur eerst aanpakken?
“Het betrekken van de burger. Een bestuur dat niet meer au sérieux genomen wordt, kan niets realiseren. 4% geloof in de partijen in Vlaanderen, 23% geloof in de gemeenteraad van Meise, dat zijn nefaste cijfers. Dat is een gigantisch probleem dat moet aangepakt worden.
De slechte financiële toestand moet ons dwingen om prioriteiten te stellen en dus een beleid uit te stippelen met zicht op de lange termijn. Daar hangen zware consequenties aan vast voor de hele bevolking. Zowel wat betreft de kwaliteit van het leven, de veiligheid en onze portemonnee. Een lange termijnvisie waarin ook de jeugd perspectieven krijgt en waar de burger zich betrokken voelt, kan rekenen op een veel actievere bijdrage van die burger. Een zeer groot deel van de samenleving kan mee gedragen worden door vrijwillige burgers die zich gewaardeerd voelen en voelen dat ze deel uitmaken van een groot gezamenlijk project. Beleid moet dan ook samen met de burger worden uitgestippeld en alleen dan kunnen we groeien en kunnen we de toekomst als groep aan. Samenwerken in plaats van vechten dus.
Samenhorigheid is het eerste dat we nodig hebben en het belangrijkste departement dat uit de grond gestampt moet worden is dan ook het departement SAMENLEVING.”