Twee partijen trekken naar het Grondwettelijk Hof tegen het ‘Wonen in Eigen Streek’-decreet van de Vlaamse regering. Dat decreet geeft lokale besturen waar het duur is om te wonen de kans om woningen of percelen voor te behouden voor mensen die een band hebben met de gemeente. In onze regio komen daar 26 gemeenten voor in aanmerking. Een vastgoedvennootschap en een Franstalige organisatie vechten de regeling nu aan.
Vlaanderen verdedigt 'Wonen In Eigen Streek' bij Grondwettelijk Hof
De lancering van het ‘Wonen in Eigen Streek’-decreet kent een lange geschiedenis. Het decreet laat gemeenten toe om bepaalde woningen en percelen voordelig aan te bieden aan mensen die een band met de regio hebben. In 2013 werd een eerste versie van Wonen in Eigen Streek vernietigd door het Grondwettelijk Hof omdat het de vrijheid om zich ergens te vestigen zou beperken. Vorig jaar lanceerde de Vlaamse regering een nieuwe versie van het decreet. Deze keer met een expliciet sociaal voorrangsbeleid.
Matthias Diependaele, Vlaams minister van Wonen, zei eind november vorig jaar daarover dit: “We bouwen een inkomensgrens in. De mensen die een woning willen kopen aan voordelige voorwaarden, zullen een maximum inkomen mogen hebben Dat zorgt ervoor dat we deze keer wel voldoen aan de voorwaarden van het Grondwettelijk Hof.”
Vlaanderen ziet dan ook geen graten in de klacht die nu is ingediend door twee organisaties. Een vastgoedvennootschap vindt dat het nieuwe decreet de midddenklasse bevoordeelt. Een Franstalige organisatie vindt dat Walen en Brusselaars ook gebruiken zouden moeten kunnen maken van Wonen in Eigen Streek.
Kritiek verwacht
Kritiek die Vlaanderen wel verwachtte, klinkt het bij de Vlaamse ministers Diependaele (Wonen) en Weyts (Vlaamse Rand): "We hadden uit deze hoeken verzet verwacht. Je stuit nu eenmaal op dit soort tegenkanting als je ervoor wil zorgen dat meer Vlamingen kunnen blijven wonen in hun eigen streek. We gaan Wonen in Eigen streek voluit verdedigen, want we willen een dam opwerpen tegen de sociale verdringing. We kijken de procedure bij het Grondwettelijk Hof vol vertrouwen tegemoet."