vlcsnap-2017-02-16-16h34m22s0.png

Leerkrachten en leerlingen zijn vragende partij voor lessen in een andere taal

maa 13 feb 2017

Leerkrachten zijn bereid om in een andere taal les te geven. Jongeren zijn ook vragende partij. Maar veel scholen zien dat om financiële redenen niet zitten. Dat blijkt uit een verslag van de onderwijsinspectie. RINGtv trok alvast naar de Zaventemse school ZAVO, waar onder meer het vak Chemie in het Engels wordt gegeven, om te achterhalen wat de voor- en nadelen zijn van het systeem.  

Momenteel bieden 61 scholen in Vlaanderen en Brussel een 'CLIL-traject' aan. CLIL staat voor Content and Language Integrated Learning. Dus bepaalde lessen worden niet langer in de Nederlands gegeven maar in het Frans, het Engels of het Duits. Zo worden in Het College in Vilvoorde de lessen Aardrijkskunde in het Engels onderwezen. Ook geschiedenis en wiskunde worden in de CLILL-scholen vaak in een andere taal gegeven. Maar in Zavo Zaventem wordt er zelfs tijdens de vakken biologie en toegepaste chemie zowel in de TSO- en ASO-afdelingen enkel Engels gesproken.

Uit een ondervraging van de Onderwijsinspectie blijkt dat zowel leerlingen en leerkrachten dit zogenaamde ‘immersieonderwijs’ hoog aanschrijven. Leerlingen zijn aandachtiger tijdens de les, het leidt tot mindere of tegenvallende leerprestaties en uiteraard verbetert het de linguïstische behendigheid van de leerlingen. Het zou dus goed zijn mocht het systeem uitbreiding kunnen vinden in het Vlaams onderwijs. Dat vindt ook bevoegd minister Crevits. “De geslaagde start van CLIL is voornamelijk te danken aan de gedrevenheid en het enthousiasme van gemotiveerde leraren. Het stemt positief dat de scholen er vertrouwen in hebben dat CLIL een vaste waarde in het secundair onderwijs kan worden. Een goede talenkennis is een troef voor jongeren die verder studeren of de arbeidsmarkt betreden. Dat hierdoor ook het zelfvertrouwen en de leermotivatie van leerlingen toeneemt en de durf om in een andere taal te spreken, is een geschenk voor het leven. Deze evaluatie biedt ons de informatie die we nodig hebben om CLIL op een doordachte en duurzame manier uit te bouwen. Niet alleen in het ASO en het TSO, maar ook bijvoorbeeld in het BSO”, aldus minister Crevits.

Maar het systeem heeft ook nadelen. Het lestempo ligt lager en leerkrachten krijgen nauwelijks of geen ondersteuning. Scholen moet dit soort initiatieven intern zien te regelen en krijgen hiervoor vanuit de Vlaamse overheid maar weinig middelen. Ook zijn scholen verplicht om een Nederlandstalig equivalent aan te bieden. En dat maakt het initiatief voor de scholen vaak ook duur.

In het nieuws donderdagavond trekken we naar het Zavo Zaventem en maken we een balans op van de voor- en nadelen.