Uitspraak proces aanslagen: Abrini en Abdeslam en vier andere verdachten schuldig aan terroristische moorden

Na een proces van zeven maanden en 18 dagen beraad heeft de assisenjury een oordeel geveld over de tien verdachten die terechtstonden op het proces over de aanslagen van 22 maart 2016 op de luchthaven van Zaventem en het metrostation Maalbeek. Salah Abdeslam, Mohamed Abrini, Osama Krayem, Ali El Haddad Asufi, Bilal El Makhoukhi en Oussama Atar worden schuldig bevonden aan terroristische moord en deelname aan activiteiten van een terroristische organisatie. Atar, die mogelijk gesneuveld is in Syrië, wordt door de jury beschouwd als leider van de terreurcel. De zes riskeren een levenslange opsluiting.

Vooral voor Abdeslam was de assisenjury streng. Op het moment van de aanslagen zat de man in de cel. "Abdeslam wist wat er ging gebeuren, maar verkoos om te zwijgen. Daarom werd hij veroordeeld als mededader bij het plegen van terroristische moorden", klinkt het in het arrest. Opvallend, de zes zijn schuldig aan 35 terroristische moorden. De jury oordeelt dat de dood van drie personen een gevolg zijn van de aanslagen, hoewel ze niet op de bewuste 22 maart gestorven zijn. De jury oordeelde ook dat de terroristen schuldig zijn aan de moordpoging op 690 mensen.

Sofien Ayari en Hervé Bayingana Muhirwa zijn vrijgesproken voor de belangrijkste schuldvraag, maar wel schuldig aan deelname aan activiteiten van een terroristische organisatie. De broers Farisi zijn over de hele lijn vrijgesproken.  "Het is belangrijk dat slachtoffers voelen dat er een berechting is, ook naar het respect van de slachtoffers toe”, zegt Philippe Vansteenkisten van slachtoffervereniging V-Europe aan BRUZZ. “Wat ook belangrijk is, is het bericht dat gegeven wordt aan de maatschappij, het signaal dat terreur niet baat.”