Eigenaar Hof Ter Nering in Beersel verdacht van betrokkenheid bij verwoestende brand

3 uur geleden

Voor de Brusselse correctionele rechtbank is maandag het proces van start gegaan rond de zware brand die feestzaal Hof Ter Nering in de as legde. Het parket verdenkt de eigenaar er van het vuur te hebben aangestoken om de verzekering op te lichten. De man ontkent ten stelligste. Volgens zijn advocaat kloppen de conclusies van de branddeskundige niet.

In januari 2023 brak er een zware brand uit in de feestzaal vlakbij de op- en afrit van Beersel langs de Ring rond Brussel. Volgens de gerechtsdeskundige die de brand onderzocht, gaat het om brandstichting. “De expert ontdekte op de eerste verdieping twee brandhaarden, die onafhankelijk van elkaar waren ontstaan”, aldus de openbaar aanklager. “Hij kon ook geen technische oorzaak voor de brand ontdekken, zodat enkel brandstichting overbleef. De verdenking richtte zich al snel tegen de eigenaar en uitbater. Diens bedrijf bleek immers een openstaande schuld van 500.000 euro te hebben. Bovendien verklaarde hij eerst dat er in de zaal geen bewakingscamera's waren, terwijl dat wel degelijk het geval was.”

De substituut-procureur wees ook op het feit dat de camera op de dag van de feiten driemaal van positie werd veranderd, zodat de trap naar de eerste verdieping niet meer te zien was. “Hij is voor het laatst te zien als hij gehaast de feestzaal verlaat en zeven minuten later zien we op de beelden de eerste rookontwikkeling. Hij beweert die ochtend nog naar de supermarkt te zijn geweest, maar in zijn bankverrichtingen is daar geen spoor van terug te vinden.”

Het parket eist 30 maanden cel tegen de man, die ontkent het vuur te hebben aangestoken. Volgens zijn advocaat klopt het niet dat het bedrijf van zijn cliënt in een moeilijke financiële situatie verkeerde. “Zijn bedrijf heeft inderdaad 500.000 euro schulden, maar die zijn boekhoudkundig verantwoord”, pleitte meester Nicolas Vandersmissen. “Het gaat om overgedragen verliezen, die het gevolg zijn van investeringen. Volgens zijn boekhouder is dat bedrijf kerngezond. Trouwens, als er toch zo'n grote financiële problemen waren, had hij gewoon het faillissement kunnen aanvragen, in plaats van het gebouw in brand te steken waar hij ook met zijn gezin woonde?”

De strafpleiter wees de rechtbank op het gedrag van zijn cliënt na de feiten. “De verzekeringsmaatschappij betaalde een eerste schijf van 132.000 euro uit, die werd gebruikt om het afgebrande gebouw te beschermen tegen waterschade door de regen en de brokstukken op te ruimen, zodat het gebouw kon heropgebouwd worden. Is dat het gedrag van iemand die de verzekering wil oplichten?”

De verdediging trekt ook de conclusies van de aangestelde branddeskundige in twijfel. “Wij hebben zelf een expert geraadpleegd en volgens die man is de conclusie van de gerechtsdeskundige fout. Volgens die gerechtsdeskundige kan er geen elektrische oorzaak zijn, omdat er nergens smeltsporen zijn, maar op zijn eigen foto's zijn die smeltsporen perfect te zien. Onze deskundige komt tot de conclusie dat de brand waarschijnlijk door een elektrisch probleem in het vals plafond tussen het gelijkvloers en de eerste verdieping. Er is dus minstens twijfel over de juiste oorzaak van de brand.” De rechtbank spreekt zich op 28 november uit over de zaak.