zwarte_madonna.jpg

‘Moeder van Halle’ keert terug naar de basiliek

zon 26 apr 2015

Het zwarte Mariabeeld van Onze-Lieve-Vrouw-Halle keert in mei terug naar de Sint-Martinusbasiliek. Die laatste zal voor het eerst in twee jaar de deuren openen, speciaal voor de Mariabedevaart.

 

Bijzondere start bedevaart

Speciaal voor de Mariabedevaart zal de basiliek gedurende de maand mei geopend zijn tijdens de weekends. Traditioneel is het eerste weekend van mei een zeer druk weekend. Dan komen de bedevaarders uit Oost- en West-Vlaanderen aan in Halle na een tocht van meer dan 80 kilometer.

Het wordt dit jaar een zeer bijzondere start van de bedevaart. Enerzijds omdat de basiliek na twee jaar de deuren opnieuw opent en de bedevaarders ze als eerste kunnen betreden, maar anderzijds is het een unieke start omwille van de terugkeer van het 13de-eeuwse mirakelbeeld van OLV-Halle. Het beeld wordt in het weekend uitzonderlijk  geplaatst in de OLV-kapel van de basiliek. Deze kapel kreeg tijdens de restauratie opnieuw haar blauwe gewelven terug en zal nu heel even opnieuw de thuishaven van de zwarte Lievevrouw zijn.

Dé schat van Halle

‘We zijn enorm blij dat we de bedevaarders opnieuw kunnen ontvangen in de basiliek en nog meer dat OLV-Halle ook in de kerk aanwezig zal zijn. We regelden hiervoor een afzonderlijk transport zodat de Moeder van Halle er zeker zou zijn’, zegt Johan Vencken, voorzitter van de Broederschap van OLV-Halle.

‘Het 13de-eeuwse beeld is dé schat van Halle. Ze wordt in de literatuur dikwijls de Moeder van Halle genoemd en die titel verdiend ze ook. Was het beeld in 1267 niet aan Halle geschonken, dan was er nooit een bedevaartoord ontstaan en wellicht ook nooit een basiliek gebouwd zoals we die nu kennen’, aldus Johan Vencken,

‘We plaatsen haar tijdens het weekend bewust in de OLV-Kapel, dicht bij de mensen, zodat men Haar van zeer dichtbij kan aanschouwen. De Broederschap OLV-Halle nodigt dan ook alle inwoners van Halle uit om een bezoek te brengen aan de basiliek en aan de zwarte Lievevrouw van Halle Halle zoveel te danken heeft.'