De hele week tellen we ex-olympïers uit onze regio af naar de Olympische Spelen in Tokio. Vandaag is Roger Moens uit Ternat aan de beurt. Hij bezorgde op de Spelen in 1960 in Rome ons land een zilveren medaille op de 800 meter. “Je voelt je heel klein op de Spelen. Iedereen kijkt toe en jij moet je tegenover heel de wereld bewijzen”, aldus Moens.
Roger Moens liep naar zilver in Rome: “Deelnemen belangrijk dan winnen? Die gedachte klopt niet”
Roger Moens is 91 jaar vandaag, maar gaat nog elke dag vijf kilometer wandelen. Meer dan 60 jaar geleden stond hij aan de start van finale op de 800 meter in Rome. “Als ik mij niet vergis hing ik nogal lang achteraan, maar bij het ingaan van de laatste bocht lag ik in tweede positie”, herinnert Moens zich nog. “Ik snelde Wägli voorbij in de laatste rechte lijn en dacht dat ik naar goud liep. Maar dat was zonder Peter Snell gerekend.”
De Nieuw-Zeelander steekt Moens in de laatste meters voorbij. Moens stort zich in het gras, hoofd in z’n handen, en blijft een hele tijd liggen. “Ik moet toegeven dat ik toen heel ontgoocheld was, maar 60 jaar later bekijk ik het door andere bril. Die Olympische medaille is toch ook al heel wat. En mocht ik nu de eerste geweest zijn, wat zou dat veranderd hebben aan mijn leven? Waarschijnlijk niet veel”, mijmert Moens.
Na de Spelen legt Roger zich toe op z’n carrière bij de gerechtelijke politie. Al blijft de liefde voor atletiek en sport nog altijd vurig branden. Ook dit jaar zal hij voor alle wedstrijden van de Belgen voor de buis zitten. Voor onze landgenoten heeft hij één belangrijke tip. “Denk niet wat bepaalde mensen zeggen: dat deelnemen belangrijk is dan winnen, want dat is niet waar. Iemand die naar de Olympische Spelen gaat is aan zichzelf verplicht om het beste van zichzelf te geven. Anders verdient hij het niet om daar te staan", besluit Moens.