Brent Van der Auwera en Glenn Rochette van de Vilvoordse schietclub namen dit weekend deel aan een selectiewedstrijd voor het nationale team in Mechelen. Karabijnschieten blijkt alles behalve een eenvoudige sport. Integendeel, van de beoefenaars wordt veel concentratie en uithouding verwacht.
Karabijnschutters Vilvoordse schietclub Arkebuze mikken op selectie nationaal team
Karabijnschieten is een sport die heel wat vergt van de beoefenaar. "Mentaal is het een beproeving", aldus Brent Van der Auwera, een karabijnschutter uit Vilvoorde die gisteren, net als Glenn Rochette uit Erps-Kwerps, deelnam aan een selectieproef voor het nationale team in Mechelen.
Glenn en Brent raakten al op hun twaalfde in de ban van het karabijnschieten, een sport waarbij je vanop 10 meter afstand met een luchtdrukgeweer zo precies mogelijk naar een roos moet schieten. Daar komt heel veel trainen bij kijken. Een karabijnschutter heeft veel kracht nodig. Alleen al gedurende één uur rechtop staan vergt heel wat uithouding.
Karabijnschieten is in ons land nog altijd niet populair, ondanks de zilveren medaille van Lionel Cox op de Olympische Spelen in Londen. Daarom organiseert het nationale team selectieproeven om talent op te sporen en het niveau op te krikken. Wie over 3 selectiewedstrijden de vereiste gemiddelde score haalt, mag aansluiten bij het nationale team.
Het gemiddelde dat de schutters over 3 wedstrijden moeten halen is 580 punten. In Mechelen staat de eerste wedstrijd op het programma. In anderhalf uur mogen de deelnemers 60 keer schieten. Glenn behaalde uiteindelijk 600.7 punten. Brent strandt op 567.2