Zes op de tien ouders vinden het moeilijk om met hun kinderen over terrorisme te praten. Dat blijkt uit een bevraging van 1.500 ouders door Zitdazo, een organisatie die opvoedingstips geeft.
Zes op de tien ouders vinden het moeilijk om over terreur te praten
Hoe ouder het kind, hoe vaker het onderwerp werd besproken. Bij de 3-jarige kleuters nam slechts 20% van de ouders het initiatief om het thema ‘terreur’ te bespreken. Bij de 5-jarige kleuters was dat 60% van de ouders. En vanaf de lagere schoolleeftijd bespraken zowat alle ouders het drama van Zaventem en Brussel.
Maar dit onderwerp bespreekbaar maken voor kinderen is geen sinecure. De moeilijkste vragen komen van de 7- tot 11-jarigen. Voor hen is de grens tussen fictie en realiteit niet altijd even duidelijk. Zitdazo raadt daarom aan deze kinderen best op een afstand te houden van de beelden en informatie. 12-plussers doen iets minder vaak een beroep op hun ouders voor extra uitleg. Zij proberen voornamelijk antwoorden te vinden bij hun leeftijdsgenoten of op het internet.
Nog een opvallende conclusie uit de peiling is dat bijna 6 op de 10 kinderen bang waren op de dag van de aanslagen in Zaventem en Brussel maar ook de dagen erna. Een week later ging het nog steeds om 25%. Ook 20% van de ouders voelde zich op de dag van de aanslagen behoorlijk angstig.
Tot slot gaf 1 op de 3 ouders aan dat ze geen idee heeft hoe het thema bespreekbaar werd gemaakt op school. Anderzijds was 80% wel tevreden over de schoolaanpak.