In de lagere school speelde hij basketbal, maar na een initiatie veldrijden met ex-profs kreeg Wies Nuyens de microbe voor de fiets te pakken. Op zijn twaalfde konden zijn ouders hem niet meer tegenhouden om de overstap te maken. Een beslissing die de 16-jarige Roosdaalnaar geen windeieren heeft gelegd.
Veldrijder Wies Nuyens na een knap WK: "Dit smaakt naar meer"
Vorig weekend fietste Roosdaalnaar Wies Nuyens (16) in het Amerikaanse Fayetteville onverwacht naar een zevende plaats op het wereldkampioenschap bij de junioren. “Eigenlijk was ik gewoon naar daar gegaan met de idee van ‘het is de ervaring van mijn leven.’”, vertelt Wies. “Ik hoopte dan wel top 20, stiekem top 15 te rijden. Zevende worden, dat is veel beter dan verwacht.”
Zijn selectie voor het wereldkampioenschap kwam als een grote verrassing voor Wies Nuyens. Het seizoen van de Roosdaalnaar begon moeizaam. Hij ging de dag na zijn coronavaccin voluit in een koers en dat betaalde hij de maanden nadien cash. Met drie podiumplaatsen leek Wies net op tijd de goede vorm teruggevonden te hebben.
Op het Belgisch kampioenschap kliefde Wies onder meer door het zand, nochtans niet zijn favoriete ondergrond, onverwacht naar de vijfde plaats. Goed genoeg voor een selectie voor het WK in het Amerikaanse Fayetteville. Omdat hij tijdens het seizoen weinig UCI-punten had gesprokkeld, moest hij achteraan starten. “Maar daar was ik eigenlijk niet mee bezig. Ik gaf gewoon alles en nam een hele goede start. Al snel zat ik in de top 10. Dat was echt ongelofelijk. De wedstrijd ging goed. Ik kon precies blijven gaan.” Zijn zevende plaats op het wereldkampioenschap smaakt naar meer. Zoals de meeste jonge renners droomt hij ervan om prof te worden.