Vandaag is het werelddag van Verzet tegen armoede. Thema dit jaar is : ‘Herverdeling loont’ want de kloof tussen rijk en arm wordt alsmaar groter. Nergens in Vlaanderen is die kloof trouwens zo groot als in Halle-Vilvoorde.
Armoedekloof het grootst in Halle-Vilvoorde
Naar aanleiding van de Werelddag van verzet tegen armoede laten de leerlingen van de Halse middelbare scholen om 5 voor 12u duizenden ballonnen de lucht ingaan. In Vilvoorde is er vanavond een fakkeltocht. Het kringloopcentrum Televil verkoopt vandaag cadeaubonnen voor mensen in armoede. En heel wat gemeenten hangen geknoopte lakens uit de vensters van openbare gebouwen om de strijd tegen armoede te ondersteunen.
De armoedeorganisaties pleiten er dit jaar voor om alle inkomens en uitkeringen op trekken tot boven de Europese armoedegrens. Voor een gezin is dat 1089 euro per maand, voor een alleenstaande 817 euro per maand. Maar in ons land zitten heel wat mensen met een leefloon, langdurig werkzoekenden of zieken onder die armoedegrens. Omdat een waardig inkomen een grondrecht is werd er vorige week ook al betoogd in Brussel.
Nergens in Vlaanderen is het contrast tussen arm en rijk trouwens zo groot als in Halle-Vilvoorde. Dat blijkt uit cijfers van de provinviale dienst Sociale Planning. Enerzijds telt onze regio heel wat rijke gemeenten. Zo bevindt de helft van de 20 rijkste gemeenten zich in onze provincie. Onder meer Wezembeek-Oppem, Kraainem, Sint-Genesius-Rode, Overijse, Tervuren en Meise zijn gemeenten met hoge inkomens. Ook het Pajottenland lokt de jongste jaren heel wat hogere inkomensgroepen.
De laagste inkomens vinden we dan weer in het industriële gebied van de Zennevallei, van Halle tot Vilvoorde. Ook de gemeenten Wemmel en Bever tellen heel wat inwoners met een opvallend laag gemiddeld inkomen.
Vooral in de gemeenten die grenzen aan Brussel is er soms een groot contrast tussen de verschillende deelgemeenten. Het gaat dan om de gemeenten Asse, Grimbergen, Sint-Pieters-Leeuw, Beersel en Zaventem.