In 2020 had een kwart van de Vlamingen niet-Belgische roots. Die toenemende diversiteit zorgt vooral in grensgemeenten en dus ook in de Vlaamse Rand voor inwoners met een migratieachtergrond. Dat blijkt uit de nieuwe Atlas Superdiversiteit Vlaanderen, een studie van onder andere Odisee Hogeschool en KU Leuven.
Groeiende superdiversiteit in de Vlaamse Rand
In 1990 had 6,5 procent van de Vlamingen niet-Belgische roots. In dertig jaar tijd is dat aantal geëxplodeerd tot 25 procent. Dat blijkt uit de nieuwe Atlas Superdiversiteit Vlaanderen, een onderzoek dat al jaren de evolutie en spreiding van onze diverse samenleving in kaart brengt. Superdiversiteit blijft groeien in grote steden en bijvoorbeeld de Limburgse mijnstreek en waait almaar meer uit naar Vlaanderen. Zo is de stadsvlucht vanuit Brussel naar de Vlaamse Rand het meest uitgesproken. "In de oostrand van Brussel gaat het vooral om mensen van EU of OESO-origine," vertelt Odisee-onderzoeker Dirk Geldof, "In het westen gaat het eerder om mensen van niet-EU-origine. Er is ook uitwaaiering naar kleinere steden met een industrieel verleden en verouderde arbeiderswoningen, zoals Boom of de Denderstreek, of langs het kanaal Charleroi over Brussel naar de Rupel, met een groeiende superdiversiteit ten zuiden, in delen van Sint-Pieters-Leeuw, en ten noorden in Vilvoorde."