2 op de 10 kleuters in de Vlaamse Rand hebben een taalachterstand. Dat blijkt uit de KOALA-testen die werden afgenomen bij 12.000 kinderen in bijna 400 scholen over heel Vlaanderen. Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA) kijkt naar de ouders. Zij moeten hun verantwoordelijkheid opnemen. “Het spreken van Nederlands mag voor een kind niet stoppen aan de schoolpoort”, aldus Weyts.
2 op de 10 kleuters in Vlaamse Rand hebben taalachterstand
In oktober van 2021 vonden in Asse taalscreeningstesten plaats in de gemeentelijke basisschool De Springplank. Het is één van de 386 scholen waar zo’n taaltesten werden afgenomen. Daaruit blijkt nu dat gemiddeld 14 procent van de kleuters in Vlaanderen extra taalondersteuning nodig heeft. Antwerpen, Gent, Brussel en de Vlaamse Rand zitten onder dat gemiddelde. In de Rand kampt 18 procent met een taalachterstand. “We zien wel verschillen tussen de scholen”, zegt Weyts. “Scholen met veel leerlingen die thuis geen Nederlands praten, zien gemiddeld een kwart van hun kleuters een onvoldoende halen.”
Weyts wil de taalachterstand zo snel mogelijk wegwerken. Hij kijkt daarvoor ook naar de ouders. Weyts wil meer inzetten op ouderlijke betrokkenheid. “Enerzijds door hen positief te stimuleren, maar we moeten ook oog hebben voor repressieve maatregelen. We moeten nadenken over mogelijkheden om in te grijpen wanneer ouders hun verantwoordelijkheid ontlopen, bijvoorbeeld over ingrijpen in het groeipakket of in premies van de overheid."