1 op de 5 kleuters in de Vlaamse Rand heeft extra taalondersteuning nodig. Dat blijkt uit de resultaten van de taalscreening, die dit schooljaar voor de eerste keer werd georganiseerd in elke derde kleuterklas. Een klein deel van hen heeft intensieve begeleiding nodig. “Dankzij de taalscreening weten we precies welke kinderen nog hoeveel ondersteuning nodig hebben, zodat ook zij met gelijke kansen aan de lagere school kunnen starten”, zegt Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts.
1 op de 5 kleuters in de Vlaamse Rand heeft taalachterstand
Kinderen die aan de lagere school beginnen met een taalachterstand lopen vaak een schoolse achterstand op. Daarom test Vlaanderen sinds dit schooljaar de taalvaardigheid bij 13.000 kleuters. Over heel Vlaanderen heeft 15% extra begeleiding nodig, in de Vlaamse Rand is dat zelfs 22%. “We kijken niet langer weg van de taalachterstand bij sommige kleuters”, zegt Vlaams minister van Onderwijs Weyts. “De resultaten bevestigen het belang van de taalscreening. Het gaat om een aanzienlijk deel van de kleuters. Het is cruciaal dat we nog voor de start van de lagere school ingrijpen, om te vermijden dat ze door een taalachterstand jarenlang achterop moeten hinken.”
Bij de taalscreening horen ook extra middelen om het niveau van het Nederlands bij kleuters op te krikken. In de Vlaamse Rand zijn die centen zeker welkom, want de resultaten tonen aan dat 5% van de kleuters intensieve begeleiding nodig hebben. “De scholen krijgen inhoudelijke ondersteuning, zodat kinderen nog bijgespijkerd kunnen worden voor het einde van de derde kleuterklas”, meent Weyts. “Als de achterstand op het einde van het schooljaar toch nog te groot zou blijken, dan kan de klassenraad adviseren om de overstap naar de lagere school uit te stellen. Wanneer ouders dat advies naast zich neerleggen, dan krijgt het kind in het eerste leerjaar een verplicht taalintegratietraject opgelegd.”