delijn3.jpg

Geen interventiemotors meer voor De Lijn Vlaams-Brabant

zon 30 okt 2016

De Lijn gaat in de toekomst geen interventiemotors meer inzetten in Vlaams-Brabant. Die motors worden gebruikt bij gevallen van agressie of ongevallen. Volgens minister Weyts kunnen ze in onze provincie niet efficiënt genoeg ingezet worden.

De Lijn gaat in de toekomst om efficiëntieredenen haar motors nog enkel inzetten voor interventies in de provincies Oost-Vlaanderen en Antwerpen en dit vooral in de steden Antwerpen en Gent. In Limburg worden ze sinds het najaar van 2015 niet meer gebruikt en ook in Vlaams-Brabant zal het gebruik worden stopgezet. Dat blijkt uit het antwoord van Vlaams minister Ben Weyts op een schriftelijke vraag van Marino Keulen (Open Vld).

De Lijn investeerde sinds 2001 in de aankoop van interventiemotors in het kader van het Veiligheidsplan. Ze worden vooral gebruikt voor interventies van controleurs bij gevallen van agressie of ongevallen. Momenteel bezit De Lijn 15 motors in Vlaams-Brabant, 9 in Antwerpen, 5 in Oost-Vlaanderen en 4 in Limburg. De voertuigen zijn gemiddeld 8 jaar oud en boekhoudkundig volledig afgeschreven. De totale aankoopprijs van de motors bedroeg 173.400 euro. Voor het materiaal aan kleding en helmen werd nog eens 182.794 euro betaald.

"De meerwaarde van de motors is zowel in Limburg als in Vlaams-Brabant onvoldoende. De motards kunnen immers moeilijk worden ingezet voor andere taken dan interventie. Door het dichter busnetwerk en tramexploitatie in Antwerpen en Gent is het aantal interventies bij agressie, ongevallen en doorstromingsproblemen hoger en blijft de inzet daar efficiënt. Ook het groot aantal evenementen in beide provincies maakt dat de inzet van motors hier nuttig blijft", aldus Ben Weyts.