Broers Raf en Guido Roelants uit Grimbergen hebben één missie: de unieke fazantensoorten wereldwijd in stand houden. Dat doen ze door te kweken met de oorspronkelijke bloedlijnen. Die dieren vinden dan de weg naar kweekprogramma’s in dierentuinen en worden wereldwijd in hun oorspronkelijke habitat terug uitgezet om te vermijden dat de soorten verdwijnen.
Van struisvogelkwekerij naar fazantenbescherming: “Om de soorten wereldwijd in stand te houden”
Tien jaar geleden stopten Raf en Guido met hun struisvogelkwekerij en begonnen als hobby met het houden van unieke fazantensoorten. “De fazanten eten we niet op, we praten zelfs tegen ze om hen gerust te stellen. Ze zijn voor ons veel te waardevol. We kwamen in contact met de World Phaesant Association (WPA). De organisatie is overal ter wereld betrokken bij conservatieprojecten”, zegt Raf Roelants. “Je kan het een beetje vergelijken met de beschermingsprojecten voor de panda’s, maar dan voor deze kleinere fazantensoorten.”
Het werk van WPA is volgens de broers baanbrekend. “Samen biologen en professoren houden we de fazantensoorten in stand. Mochten we de soorten niet in gevangenschap kunnen houden, dan zou er een grote leemte ontstaan. Als ze in de natuur uitsterven, dan is het definitief gedaan”, zegt Guido. “Vaak krijgen houders van dieren in gevangenschap kritiek, maar die kritiek vinden we onterecht. We hebben nu een 35-tal unieke soorten. Geen fazanten van hier, maar van het gebied waar ze origineel vandaan komen. Dat gaat van Armenië tot Japan.”
De broers willen de bloedlijn in stand houden. “We ruilen soorten met andere leden van WPA om de bloedlijn te versterken en controleren op DNA en volgen de stamboeken op. Als de kans zich voordoet, laten we de dieren opnieuw in het oorspronkelijk gebied van bestaan uitzetten. Andere dieren belanden dan weer in dierentuinen. Zo is er als een speciale fazantensoort van ons te bewonderen in de Zoo van Antwerpen. Maar er zijn ook al fazanten overgebracht naar Spanje en Nederland”, besluit Raf.