zonienwoud.jpg

Aantal reeën in het Zoniënwoud in tien jaar gehalveerd

din 27 feb 2018

Het aantal reeën in het Zoniënwoud daalt dramatisch. Dat blijkt uit recente tellingen van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek en hun collega’s uit het Brussels Gewest en Wallonië. Op tien jaar is het aantal reeën in het bos gehalveerd. Al kan de toegenomen ondergroei in het bos daar voor iets tussen zitten. Die bemoeilijkt namelijk de observaties en tellingen.

Om de reeënpopulatie in het Zoniënwoud in kaart te brengen, voeren de verschillende gewesten sinds 2008 regelmatig tellingen uit. De tellingen gebeuren vier keer per jaar over verschillende parcours die samen zo’n 120 km lang zijn. Jaar na jaar dalen de cijfers. In 2009 waren er nog 174 waarnemingen, dit jaar amper 82.

Het Instituut voor Natuur en Bosonderzoek vindt de resultaten allesbehalve hoopvol. “We zijn een scherpe daling. Het kan zijn dat we minder reeën waarnemen omdat ze minder zichtbaar zijn. Daarom wordt een meetcampagne gestart om de populatie nauwkeuriger op te volgen en beter te meten”, zegt het Instituut.

Toch kijken wetenschappers ook naar andere oorzaken. Uit onderzoek van de reeën die door het verkeer sterven, blijkt dat er geen ziekte is onder de populatie. Het verkeer zelf kan ook een boosdoener zijn. Maar daartegen zijn intussen maatregelen genomen die de populatie net moeten doen stijgen. Andere oorzaken waar het Instituut aan denkt, zijn everzwijnen die de reeën verjagen, stropers en de toenemende recreatiedruk.