Een persoonlijk drama ligt aan de basis van de verzameling die Tanske startte op haar 70ste startte. “Onze zoon Patrick was toen overleden aan kanker. Ik geraakte er niet over heen en mijn vriendin nam me eens mee naar de kringloopwinkel. Ik kocht er een pop en toen is het allemaal begonnen”, zegt Tanske. “Ik ging naar rommelmarkten samen met mijn vriendin en zo groeide de poppenverzameling. Ik kreeg ook heel wat poppen. Mensen kwamen ze me geven omdat ze wisten dat ik poppen verzamelde. Ik ben altijd een prutsmadammeke geweest. Als ik een pop kocht, dan knap ik ze op, kleed ik ze aan en maak ik er kleertjes voor.”
De verzameling groeide en nu staat heel ons huis vol poppen. “Mijn schoondochter heeft ze eens geteld: het zijn er meer dan 3.000. Ze staan in onze kamers, maar ook de zolder, de gang, het tuinhuis: alles staat voor vol. Er zijn er mooie en minder mooie bij. Je moet de poppen nemen zoals ze zijn. Er zit zelfs een drieling tussen: die zijn een beetje mijn favoriet. De dag dat ik afscheid moet nemen van mijn verzameling zal gepaard gaan met veel verdriet”, zegt Tanske.
Tanske vreest wel dat ze moet stoppen met verzamelen . “Van mijn man Florent mag ik blijven verzamelen, maar mijn huis staat stilaan vol. Als ik ’s nachts niet kan slapen, dan ga ik bij mijn popjes zitten en dan schik ik ze. Ik amuseer me ermee. Of mijn poppen namen hebben? Nee: daarvoor zijn er echt veel te veel.” Haar man Florent vult aan. “Ze doet dit om het verlies van onze zoon te verwerken. Zolang ik zelf maar ergens kan zitten, mogen er nog poppen bij.”