Het hele land is in rouw na de aanslagen in Zaventem en Brussel. Ook in het opvangcentrum van het Rode Kruis in Alsemberg reageert men aangeslagen. Veel vluchtelingen worden nu opnieuw geconfronteerd met het geweld dat ze destijds ontvlucht zijn in hun land. Ze willen de Belgen een hart onder de riem steken en hopen dat er snel een einde komt aan de terreur van IS.
Reactie vluchtelingen op aanslagen Zaventem en Brussel
vrij 25 maa 2016
[[{"type":"media","viewmode":"mediaoriginal","fid":"44408","attributes":{"alt":"","class":"media-image","height":"127","width":"608"}}]]
"Dat was eigenlijk ongelooflijk dat dat hier gebeurd was. Dat hadden we echt niet verwacht." De aanslagen op de luchthaven van Zaventem en in Brussel laten een diepe indruk na op Madash Khyzriyeva. Ze vluchtte in 2004 op 8-jarige leeftijd samen met haar familie uit Tsjetsjenië. De terreur die ze daar meemaakte, komt nu met de recente aanslagen opnieuw boven.
Dat is ook het geval voor Arzoo, een vluchtelinge uit Afghanistan. "Woensdag, wanneer ik het nieuws hoorde, was ik zeer bang. Een beetje onzeker. Maar nu niet meer. Ik hoop dat het de eerste en laatste bomexplosie is in België. De Belgische regering is sterk, ze kunnen het onder controle krijgen. Arzoo wil zelf ook graag de handen uit de mouwen steken. "Ik kan de mensen misschien niet helpen, maar als ik iets kan doen, zoals bloed geven, dan doe ik het."
[[{"type":"media","viewmode":"mediaoriginal","fid":"44410","attributes":{"alt":"","class":"media-image","height":"153","width":"609"}}]]
Ahmed Al-Dulaymi uit Irak wijst erop dat bomexplosies en zelfmoordaanslagen in zijn thuisland helaas dagelijkse kost zijn. "Voor jullie is het raar, want het is de eerste keer. Maar voor ons, van 2003 tot nu, 2016, gebeurt het elke dag. We moeten verder met ons leven, want de terroristen willen net dat we niet buiten komen, dat we ons leven niet leiden. Wanneer we buiten komen, we naar ons werk gaan, school, universiteit, zo vallen we ze aan."