Het Brabants Apothekers Forum nodigt de komende weken burgemeesters uit om langs te gaan bij apothekers in hun buurt. De beroepsvereniging wil in gesprek gaan over een betere samenwerking tussen apothekers en lokale besturen. Vandaag ging de burgemeester van Overijse, Inge Lenseclaes langs bij apotheek Barbier-Deneyer.
Apothekers pleiten voor meer samenwerking met gemeenten: “We zijn de meest toegankelijke zorgverstrekker”
Met het oog op een betere samenwerking tussen apothekers en lokale besturen nodigt het Brabant Apothekers Forum burgemeester uit in lokale apotheken. Dat is nodig, want die samenwerking is er vandaag nog te weinig. “Ik denk we als lokale besturen apothekers eigenlijk wat vergeten in ons welzijnsbeleid”, zegt burgemeester van Overijse Inge Lenseclaes. “We werken nauw samen met dokters en eerstelijnszones, maar ik denk dat apotheken ook een heel belangrijke rol kunnen spelen.”
Om de samenwerking te verbeteren, stelt het Brabants Apothekers Forum een memorandum op met 18 aandachtspunten. “Het belangrijkste is dat de patiënt centraal staat en dat we inzetten op buurtgerichte zorg”, zegt Hilde Deneyer van het Brabants Apothekers Forum. “Maar apothekers moeten ook betrokken worden bij het lokale en sociale beleid. Wat er bij mij dan vooral uitspringt, is het inzetten op preventie en sensibilisatie.”
Digitaal kwetsbaar
Uit onderzoek van de Koning Boudewijnstichting blijkt ook dat vier op de tien Belgen beperkte digitale vaardigheden hebben. Dat ervaren ook apothekers. “Heel veel patiënten hebben moeite met die digitalisering”, zegt Deneyer. “Apothekers zijn op dit moment de meest laagdrempelige zorgverstrekkers. De deuren gaan automatisch open en toe en wij kunnen vanuit de apotheek ook mensen meer inzicht laten krijgen in wat betreft medicatiegebruik, maar ook digitale geletterdheid.”
De gemeente Overijse organiseert workshops en één vaste zitdag om die digitale geletterdheid bij te spijkeren. “De eerste stappen zijn gezet, maar het staat allemaal nog in de kinderschoenen. We beseffen als lokaal bestuur dat we daar een belangrijke rol in moeten opnemen, wat we ook gaan doen”, besluit Lenseclaes.