1 op de 10 Brusselaars spreekt geen Nederlands, Frans of Engels. Dat stellen onderzoekers van BRIO, het Brussels informatie-, documentatie- en onderzoekscentrum, in een nieuwe taalbarometer. Bij de eerste Taalbarometer in het jaar 2000 was die groep Brusselaars een pak kleiner. Dat almaar meer Brusselaars geen van de drie contacttalen spreekt, is volgens BRIO zorgwekkend.
1 op de 10 Brusselaars spreekt geen Nederlands, Frans of Engels
In Brussel wonen zo'n 180 verschillende nationaliteiten samen. Uit een onderzoek van BRIO blijkt dat 1 op de 10 inwoners geen Nederlands, Frans of Engels spreekt. "“We stellen vast dat het voornamelijk niet-Belgen zijn van middelbare leeftijd die laag tot midden geschoold zijn”, zegt onderzoeker Mathis Saeys. “Het zijn Brusselaars die onvoldoende kunnen deelnemen aan de samenleving omdat ze taalproblemen ondervinden. Ze kunnen geen interacties aangaan met buren, maar ook met administraties of de gezondheidszorg, wat leidt tot sociale exclusie.”
In de hoofdstad worden meer dan 100 verschillende talen gesproken, al ligt dat aantal in realiteit waarschijnlijk nog hoger. Het Engels zit in de lift. In de eerste taalbarometer in 2000 gaf 33 procent aan Nederlands te spreken. In 2018 halveerde dat cijfer. Maar uit de recentste taalbarometer blijkt dat de kennis van het Nederlands opnieuw toeneemt. Vandaag spreken ongeveer 1 op de 5 Brusselaars Nederlands.
“Er spreken niet alleen meer inwoners Nederlands, ze spreken ook beter Nederlands. Het zijn voor jongeren die de taal op school leren, in het verenigingsleven of het dagdagelijkse leven met vrienden. Daarnaast is er ook de inwijking vanuit Vlaanderen. In vergelijking met vorige metingen zien we nu meer Vlamingen die in de hoofdstad zijn komen wonen”, besluit Saeys.