Uit een bevraging van de Landelijke Gilden in 600 Vlaamse dorpen blijkt dat 200 ervan binnenkort misschien zonder parochiezaal zitten. Om tal van redenen wordt het alsmaar moeilijker om die draaiende te houden. Gelukkig zijn er nog plaatsen waar dat nog wel lukt, zoals in het Vilvoordse gehucht Houtem waar zaal De Kring het sinds mensenheugenis het kloppend hart is van het dorpsleven.
Parochiezalen onder druk: “Essentieel voor identiteit van een dorp”
Een quiz, fuif, eetfestijn of toneelstuk. De parochiezaal hangt samen met de identiteit van een dorp. Maar het aantal plaatsen waar dit nog kan staat onder druk. Dat blijkt uit een rondvraag bij van Landelijke Gilden: “Door strengere regelgeving, hogere kosten en de druk die dit legt op vrijwilligers worden het beheer en de uitbating een steeds grotere uitdaging”, klinkt het. “Vereenzaming is een groeiend probleem op het platteland, met steeds meer mensen die geïsoleerd raken zonder geschikte ontmoetingsplaatsen. Dorpszalen zijn essentieel voor de leefbaarheid van dorpen.”
Ook in onze regio zijn er heel wat voorbeelden. Zo kocht de gemeente Herne zelf zaal De Kring toen die dreigde te verdwijnen. Het legde daar 900.000 euro voor op tafel. In Opwijk ging de Sint-Pauluszaal tegen de vlakte omdat een renovatie voor de gemeente te duur was. In Beigem investeerden de plaatselijke verenigingen zelf in parochiezaal De Zevensterre. En in Gooik was de toekomst van de zaal Familia bedreigd toen de enige zaalverantwoordelijke ermee stopte. Een team van vrijwilligers ontfermt zich nu over de zaal, waaronder voormalig burgemeester Michel Doomst en leden uit het verenigingsleven.
In Houtem kennen ze die problemen niet. Daar wordt zaal De Kring sinds jaar en dag beheerd door enthousiaste vrijwilligers. De zaal vormt zo het kloppende hart van het Vilvoordse gehucht. Toch wil Landelijke Gilden dat Vlaanderen meer investeert in parochiezalen. “We vragen ook dat gemeenten een concrete toekomstvisie uitwerken en dorpszalen een prominente plaats in de beleidsplannen voor de nieuwe bestuursperiode”, klinkt het bij Landelijke Gilden.