Auteur Jean-Paul Van der Elst uit Peizegem (Merchtem) en tekenaar Nick Van Bever uit Opwijk

Jean-Paul schrijft derde ‘Diksjoneir van ’t Oppèks’: “Rijkdom dialect omarmen"

maa 2 dec

Auteur Jean-Paul Van der Elst uit Peizegem (Merchtem) en tekenaar Nick Van Bever uit Opwijk stellen de derde ‘Diksjoneir van ’t Oppèks’ voor. Jean-Paul zorgde voor de tekst, inclusief een tiental Opwijkse gedichtjes, terwijl Nick 34 grappige tekeningen uit zijn tekenpad toverde.

Jean-Paul Van der Elst (72) is geen onbekende in de regio. Hij groeide op in de Klei in Opwijk en ging naar het Sint-Donatusinstituut in Merchtem waar hij 35 jaar leerkracht Nederlands en Engels was. Hij werkte vijftien jaar voor Het Nieuwsblad als regioreporter voor Opwijk, Merchtem, Meise en Wemmel. Zijn hobby -of beter gezegd passie- is Roemenië, waar hij in 33 jaar al 114 keer is geweest. Merchtem heeft ook al jaren bijzondere vriendschapsbanden met het Roemeense dorpje Chiheru de Jos. Die vriendschapsbanden ontstonden in 1991 toen een delegatie uit Merchtem ingezamelde hulpgoederen zelf ter plekke leverde aan de arme dorpsgemeenschap.

DIksjoneir van 't Oppeks 3

Daarnaast schrijft Van der Elst graag boekjes, zoals nu deel drie van de Diksjoneir van ’t Oppèks, waar hij een jaar aan werkte. “De derde editie van de Diksjoneir van ’t Oppèks is een verzameling van dialectwoorden en -uitdrukkingen, aangevuld met grappige tekeningen van Nick Van Bever. Het begon in feite vier jaar geleden. Ik zette een filmpje op Facebook waarin ik een dialectgedichtje opdraag, Dat doe ik nu regelmatig. Ik denk dat ik er ondertussen toch 150 heb voorgelezen. In het totaal schreef ik een kleine 250 dialectgedichtjes.”

De inspiratie haalt Jean-Paul naar eigen zeggen uit alledaagse dingen. “Gemeentewerklui die ‘steentjes’ aanvoeren om mijn voortuin proper te maken, de politie die mij stopt bij een (negatieve) alcoholcontrole, een grapje dat ik links of rechts hoor, herinneringen uit mijn jeugd en nog veel meer”, zegt de auteur. Waarom kiest Jean-Paul eigenlijk voor het Opwijks dialect? “Het Opwijks is een Vlaams dialect dat aanleunt bij het dialect van Aalst”, vertelt Jean-Paul. “Merchtems is een Brabants dialect. Dialectwoorden en -uitdrukkingen dreigen te verdwijnen. In onze drie Diksjoneirs hebben we er flink wat van vereeuwigd.”

"Het laatste boek"

“Het Opwijks heeft een aantal sappige manieren om iets te zeggen. Enkele voorbeelden: ‘hij eid in een iëmerken getrapt’ of ‘hij was goe kallis’ (hij was flink dronken). Ze schait hoeger dan eel gat es. (Ze doet zich beter voor dan ze is), Hij is goun spiëten. (Hij is gaan lopen), Hij eid’et oun zenne rekker. (Hij is de pineut, hij draait er voor op) Ook aan pikante scheldwoorden geen gebrek in het Opwijks: ne semmen, nen droezen, ne gelettegen (een leperd), ne schiëfpoeper (iemand die zijn vrouw bedriegt), enzomeer.

“Het derde dialectenboek is wel ons laatste. De inspiratie is aan het opdrogen. We hebben in de drie ‘diksjoneirs’ bijna 700 woorden en uitdrukkingen opgenomen. Maar misschien vinden we iets anders. Er zijn al een paar plannen aan het rijpen. We hopen alvast dat de lezers onze Diksjoneir aangename lectuur vinden en dat ze de rijkdom van het dialect, dat stilaan verloren dreigt te gaan, omarmen.”

De derde Diksjoneir van ’t Oppèks kost 12 euro. Info bij jeanpaul.vanderelst@gmail.com om praktisch af te spreken. Vorig jaar trok onze redactie naar Jean-Paul voor de lancering van de tweede editie van de Diksjoneir van 't Oppeks.