De Leuvense hulpdiensten hebben aanvankelijk de impact van de aanslag op 22 maart op de luchthaven van Zaventem onderschat. Dat zegt Brussels staatssecretaris Cécile Jodogne (Défi) in de krant Le Soir. Brussel bood aan om meer ambulances te sturen maar dat aanbod werd door de Leuvense 100 afgewezen.
Leuvense hulpdiensten onderschatten impact aanslag op Zaventem
Brussels staatssecretaris Cécile Jodogne (Défi) heeft alle logboeken van de betrokken hulpdiensten opgevraagd om het verloop van de hulpverlening op 22 maart te reconstrueren. Volgens haar heeft de Leuvense hulpcentrale de ernst van de situatie onderschat. Daaruit blijkt dat meteen na de aanslag er een eerste contact was tussen Brussel en de Leuvense 100 die bevoegd is voor de coördinatie van de hulpverlening in Zaventem. Om 8u20 komen de eerste Brusselse korpsen aan in Zaventem. De commandant meldt dat de situatie erger is dan verwacht. Toch vraagt de Leuvense 100 geen versterking. Rond 8u35 vraagt de Brusselse 100 opnieuw aan Leuven of er geen extra versterking moet gestuurd worden. Maar ook nu antwoordt Leuven negatief. De Brusselse 100 stuurde dan maar op eigen houtje 5 extra ziekenwagens naar Zaventem.
Volgens Brussels staatssecretaris Cécile Jodogne heeft de Leuvense hulpcentrale te lang gewacht met het uitsturen van de nodige medische versterking. Jodogne heeft over de kwestie ook minister van Volksgezondheid Maggie De Block aangeschreven en provinciegouverneur Lodewijk De Witte die bij een rampenplan bevoegd is voor de medische coördinatie. Maar hun antwoord was volgens Jodogne onvoldoende.
Dat haar kritiek vandaag in de Franstalige kranten weerklinkt is geen toeval. Vandaag start immers de commissie haar onderzoek naar de aanslagen in Brussel. Toch wil de Brusselse staatsecretaris naar eigen zeggen geen polemiek opstarten.