De gemeente Pepingen is officieel onbestuurbaar. Dat heeft minister van Binnenlandse Zaken Liesbeth Homans moeten vaststellen na de mislukte bemiddelingspoging van provinciegouverneur Lodewijk De Witte. Daarmee ligt de weg open voor de vorming van een nieuw college van burgemeester en schepenen. Oud-burgemeester André De Roubaix lijkt opnieuw de macht te zullen grijpen, maar daar wil huidig burgemeester Eddy Timmermans zich niet zomaar bij neerleggen.
Nadat eerste schepen Peter Lacres in september van vorig jaar de bestuursploeg van burgemeester Timmermans inruilde voor de oppositie, heeft die de meerderheid in de Pepingse politiek en verklaarde de gemeente onbestuurbaar. Provinciegouverneur De Witte probeerde de brokken nog te lijmen, maar tevergeefs. Daarom zat er voor minister van Binnenlands Bestuur Homans niets anders op dan Pepingen structureel onbestuurbaar te verklaren. “Het is een onbestuurbaarheid die gecreeërd is. Tot hiertoe zijn we nog niet op de vingers getikt door de hogere overheid dat we bepaalde dingen doen die niet volgens de regels van de kunst zijn. Als de hogere overheid zegt dat ik moet opzij schuiven, zal ik wel opzij schuiven. Dus ik zal mij wel neerleggen bij de beslissing die genomen worden.”, zegt huidig Pepings burgemeester Eddy Timmermans. Maar daar wacht de nieuwe meerderheid niet op. Zij is al bezig met de vorming van een nieuw college van burgemeester en schepenen. Op de komende gemeenteraad op 24 mei neemt de meerderheid akte van Homans brief. “En nadien kunnen we de procedure starten om een nieuw college samen te stellen. Dat gebeurt per gemeenteraadsbesluit waarin we zeggen dat we de intentie hebben om een nieuw bestuur in het leven te roepen. Wij, dat zijn schepen Lacres en de CD&V-fractie. Wij gaan besturen.” Wie kandidaat is voor welke ambt en wie de nieuwe burgemeester wordt, wil De Roubaix niet kwijt. Het huidige schepencollege beraadt zich over mogelijke juridische stappen. Het kan naar de Raad van State stappen. “Wij gaan ons verdedigen tot waar we kunnen en tot het einde, dat zijn we onze kiezers verschuldigd. Dus ja, wij gaan naar de Raad van State”.
