Nadat de Vlaamse regering vrijdag de Brabantse Wouden erkende als Nationaal Park Vlaanderen, vreest de Boerenbond dat daarvoor landbouwgronden zullen moeten worden opgegeven. Of dat de gronden kleiner zullen worden door de verbindingen die tussen de verschillende natuurgebieden zullen komen. Daarom nam de Bond een aantal verzoekjes op in een tienpuntenplan.
Door de erkenning van de Brabantse Wouden als Nationaal Park, wordt vanaf nu het zogenaamde masterplan uitgevoerd. Dat omvat het verbinden van het Zoniënwoud, Hallerbos, Meerdaalwoud en de Dijlevallei. Volgens Vlaams minister van Omgeving Zuhal Demir (N-VA) hoeven landbouwers niet meteen het ergste te vrezen. “De erkenning als Nationaal Park heeft geen rechtsgevolgen. Dat betekent dat landbouwers hun gronden behouden en ook dat mensen hun eigendom behouden,” liet ze vrijdag optekenen bij onze reporter.
Maar de Boerenbond is terughoudend en stelde toch maar een tienpuntenplan met de grootste bezorgdheden op. “Dat gaat onder andere over het krijgen van een zitje in het bestuursorgaan van het Nationaal Park”, licht Els Corbeels van Boerenbond Vlaams-Brabant toe. “Op die manier verzekeren we dat er ook impactstudies voor de landbouw komen en onderzocht wordt wat de effecten van die verbindende landschappen zijn voor landbouwbedrijven.”
De Boerenbond hoopt ook dat lokale besturen actie ondernemen. “We zijn tevreden dat heel wat besturen, zoals Beersel bijvoorbeeld, dat al gedaan hebben en mee pleiten voor de toekomst van de landbouwsector.”
