Zowat één jaar nadat ongediertebestrijder Kurt Bellon uit Malderen een witte mol heeft gevangen, heeft hij opnieuw in dezelfde buurt in Opdorp een tweede witte mol gevangen. Dat komt maar één keer om de 15.000 keer voor. Elke mollenvanger droomt ervan om eens zo eentje te vangen, laat staan een tweede.
Kurt vangt tweede witte mol in een jaar: “Die kans is zo ontzettend klein”
Ongediertebestrijder Kurt Bellon uit Malderen is de mollen- en rattenvanger van de gemeente Londerzeel. Daarnaast is hij ook zaakvoerder van bestrijdingsfirma Antimal. “Ik heb in mijn leven al heel wat soorten ongedierte gevangen”, zegt Kurt. “Vorig jaar heb ik mijn eerste witte mol gevangen in Opdorp. Dat is echt heel uitzonderlijk. Het komt maar één keer om de 15.000 mollen voor. Ik vang er honderden per jaar, maar een witte mol had ik nooit gevangen. En nu ving ik een tweede witte mol, niet ver van het bosje waar ik vorig jaar mijn eerste witte mol ving. Er moet een bloedlijn van albino-mollen zijn die door de moedermol is meegegeven in dat bosje. Het waren telkens witte mannetjesmollen.”
Zo’n witte mol ontstaat als beide ouders een gen hebben voor albinisme en dan moet het gen ook nog eens dominant zijn. “Het pigment melanine ontbreekt in het haar en/of de huid en dit zorgt voor de witte huid en rode ogen”, weet Kurt. “Die huid is erg gevoelig voor de zon en verbrandt snel. Volgens kenners worden dieren met albinisme in het wild meestal niet erg oud omdat ze door de witte kleur opvallen en een gemakkelijke prooi zijn. Maar een witte mol leeft onder de grond en valt dus niet op als prooi. Ook zijn huid kan niet verbranden, onder de grond schijnt de zon niet.”
Wat gaat Dirk nu doen met zijn tweede witte mol? “Teruggeven aan de natuur”, vertelt Kurt. “Hij was al zwak toen ik hem ving. Als een buizerd zo’n mol ziet, dan is die er snel mee weg. Ik neem wel een foto als aandenken.”