Verschillende Vlaamse slachtoffers van de aanslag op 22 maart op de luchthaven van Zaventem voelen zich benadeeld. Ze pikken het niet dat ze bij het gerecht in Brussel niet in Nederlands terecht kunnen. Dat meldt De Standaard.
Vlaamse slachtoffers Zaventem voelen zich benadeeld
De taalwet bepaalt dat in Brussel een proces gevoerd wordt in de taal van de meerderheid van de verdachten. In het onderzoek naar de aanslagen van 22 maart is dat dus het Frans. Nochtans werd het onderzoek naar de aanslag op Brussels Airport aanvankelijk in het Nederlands gevoerd en werd er ook een Nederlandstalige onderzoeksrechter aangesteld. Logisch want de luchthaven ligt in Zaventem en dus in Vlaanderen. Maar omdat het onderzoek werd gekoppeld aan het onderzoek naar de aanslag in het metrostation Maalbeek in Brussel, werd de taalrol gewijzigd.
Verschillende Vlaamse slachtoffers betreuren dit. Hun advocaat pleit daarom voor een wetswijziging. Volgens hem moeten dergelijke grote strafdossiers met betrokkenen uit beide landsdelen in het Frans en het Nederlands gevoerd worden. Voor de pleidooien kan dit volgens hem vrij gemakkelijk door simultaanvertaling. Maar om dit mogelijk te maken moet de wet dus wel aangepast worden. De slachtoffers krijgen alvast de steun uit Sp.a-hoek. Meryame Kitir, de Sp.a-kamerfractieleidster, gaat immers een wetsvoorstel indienen om het onderzoek automatisch in het Frans en het Nederlands te voeren.