De dertiger is volgens het openbaar ministerie verantwoordelijk zijn voor een resem brandstichtingen die tussen mei en eind september plaatsvonden in het Vlaams-Brabantse Vlezenbeek, een deelgemeente van Sint-Pieters-Leeuw. Zo zou hij zijn eigen wagen in brand hebben gestoken om de verzekeringspremie op te strijken. Daarnaast zou hij ook snoeiafval, 2 parasols, een andere voertuig en papierafval in brand hebben gestoken. De openbaar aanklager vordert een effectieve celstraf van 3 jaar, maar de beklaagde ontkent alles ten stelligste.
“Er zijn amper tot geen materiële bewijselementen”, aldus advocaat Marijn Van Nooten. “Bij één van de feiten zijn theelichtjes gebruikt en bij de huiszoekingen zijn er ook theelichtjes aangetroffen. Hij was snel ter plaatste toen het brandde in zijn straat. Zijn dat elementen die brandstichting bewijzen? De speurders in dit dossier hadden een tunnelvisie want een element à décharge werd gewoon verzwegen. Bij één van de feiten is er een aansteker gevonden. Er is een DNA-analyse gebeurd en dat DNA-materiaal kon niet worden gelinkt aan mijn cliënt. Maar dat verslag werd op de raadkamerzitting gewoon verzwegen.”
De raadsman heeft ook zijn bedenkingen bij het onderzoek naar de autobrand van zijn cliënt. “De technische recherche en de branddeskundige spreken elkaar tegen. Volgens het labo werden er geen brandpatronen aangetroffen en was het niet mogelijk om brandhaarden terug te vinden. De deskundige kon dan weer tot in het kleinste detail, zonder verdere uitleg, beschrijven hoe en waar de brand is ontstaan en zich heeft uitgebreid. Dit is gewoon slordig onderzoek.”
Het vonnis valt op 4 december.